What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Zinsdelen benoemen
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Wij gaan morgen naar het zwembad.
A
zwembad
B
wij
C
gaan
D
morgen
1 / 14
next
Slide 1:
Quiz
Taal
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Wij gaan morgen naar het zwembad.
A
zwembad
B
wij
C
gaan
D
morgen
Slide 1 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin:
Overmorgen geven de neefjes het cadeau aan mijn tante.
A
mijn tante
B
de neefjes
C
geven
D
Overmorgen
Slide 2 - Quiz
Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin:
Wil je hem dat boek even geven?
A
hem
B
dat boek
C
geven
D
Wil
Slide 3 - Quiz
Wat is de bepaling van tijd in deze zin:
Eergisteren zijn we naar de bioscoop geweest.
A
de bioscoop
B
zijn geweest
C
we
D
Eergisteren
Slide 4 - Quiz
Wat is de bep. van plaats in deze zin:
Maarten heeft in de winkel een blauwe fiets gekocht.
A
Maarten
B
in de winkel
C
een blauwe fiets
D
heeft gekocht
Slide 5 - Quiz
Wat is het gezegde in deze zin:
Mijn broer heeft een cadeau voor mijn moeder gekocht.
A
heeft
B
gekocht
C
heeft gekocht
D
heeft een cadeau gekocht
Slide 6 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin:
Jasper leent zijn potlood aan Julia.
A
Jasper
B
zijn potlood
C
leent
D
aan Julia
Slide 7 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin:
Wij gaan morgen naar het zwembad.
Slide 8 - Open question
Wat is de bepaling van tijd in deze zin:
Overmorgen geven de neefjes het cadeau aan mijn tante.
Slide 9 - Open question
Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin:
Wil je mij dat boek even geven?
Slide 10 - Open question
Wat is de bep. van plaats in deze zin:
Eergisteren zijn we naar de bioscoop geweest.
Slide 11 - Open question
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin:
Mijn broer heeft een cadeau voor mijn moeder gekocht.
Slide 12 - Open question
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Mijn broer heeft een cadeau voor mijn moeder gekocht.
Slide 13 - Open question
Wat is het gezegde in deze zin:
Jasper leent zijn potlood aan Julia.
Slide 14 - Open question
More lessons like this
5vwo Chapitre 1 woordvolgorde
October 2023
- Lesson with
18 slides
Frans
Enseignement Secondaire
Meewerkend voorwerp 2.0
21 days ago
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
herhaling zinsontleden ow wg lv mv bp
September 2023
- Lesson with
42 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Lesson with
44 slides
Taal
Primary Education
NL blok 4 - week 10 - les 1: hh meew. vw. + bijw. bp.
March 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Taal/spelling 5 juli
October 2023
- Lesson with
35 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7
26-1
January 2021
- Lesson with
20 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 8
Periode 1 Zinsdelen
March 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1