11.2 de lever deel 2

11.2 De lever
deel 2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

11.2 De lever
deel 2

Slide 1 - Slide

Functies van vorige keer
1. Afweer
2. Koolhydraatstofwisseling
3. Vetstofwisseling
4. Eiwitstofwisseling

Slide 2 - Slide

Afbraak rode bloedcellen (5)
Milt en lever breken oude bloedcellen af.
Afbraak van hemoglobine levert: IJzer en biliverdine

IJzer: wordt gebonden aan eiwit-> ferritine (ijzervoorraad in je lever)



Slide 3 - Slide

Afbraak rode bloedcellen (5)
Biliverdine, wordt omgezet naar bilirubine (gele kleurstof), wordt uitgescheiden via de gal en klein deel via de urine
Bilirubine wordt door darmbacteriën omgezet en veroorzaakt de bruine kleur van ontlasting (H10).


Slide 4 - Slide

Galproductie (6)
Levercellen leveren plm 0,5 l gal per dag.
Gal wordt opgeslagen in de galblaas en/ of afgescheiden in de 12-vingerige darm.
Gal bevat bilirubine en galzure zouten (emulgator voor vet).
Verhoogt osmotische waarde van de ontlasting waardoor transport door de dikke darm makkelijker wordt.



Slide 5 - Slide

Galproductie (6)
Galzure zouten worden voor 
90% geresorbeerd in de darm
en komen weer via de 
poortader in de lever terecht.




Slide 6 - Slide

Afbraak gifstoffen (7)
Levercellen breken lichaamsvreemde stoffen af (alcohol, nicotine, medicijnen etc.) -> detoxificatie




Slide 7 - Slide

Afbraak gifstoffen (7)
Alcohol wordt omgezet in ethanal (met behulp van enzym alcoholdehydrogenase) en daarna in azijnzuur (acetaat, mbv aldehydedehydrogenase) of glucose of vet -> leververvetting.

(dehydrogenase: verwijdert een H atoom) 

Cirrose: verbindweefseling agv overmatig alcoholgebruik.



Slide 8 - Slide

Opslag (8)
In de lever worden de volgende stoffen opgeslagen:

Glycogeen
IJzer (in de vorm van ferritine)
Sommige vitamines en mineralen



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Overige functies (9 en 10)
Je lever bevat 0,5 tot 1,5 liter bloed -> extra bloeddepot

Bij alle chemische omzettingen ontstaat veel warmte.
De lever is ongeveer 40°C -> warmtebron voor je lichaam



Slide 11 - Slide

Fysiologisch onderzoek
Meten aan het menselijk lichaam (hartslag/ademhaling/uithoudingsvermogen/temperatuur)
Proefopzet (inleveren uiterlijk 27 november in Classroom)
Onderzoek (zelfstandig) uitvoeren
Verslag (inleveren 18 december (!) in Classroom)

Opdracht staat in Classroom

Slide 12 - Slide

Bij een bepaalde ziekte komen gelijktijdig de volgende verschijnselen voor:
1) de urine is donkergeel tot bruin gekleurd
2) het oogwit is geel gekleurd
3) de ontlasting is bleek van kleur

Waardoor zullen deze verschijnselen waarschijnlijk veroorzaakt zijn?
A
doordat de galwegen verstopt zijn
B
doordat de urineleiders verstopt zijn
C
doordat de nieren rode bloedcellen doorlaten
D
doordat de lever te veel ureum afgeeft

Slide 13 - Quiz

Enkele stoffen in het lichaam van de mens:
essentiële aminozuren, glucagon, glucose en ureum. Welke van deze stoffen worden in de lever gevormd?
A
essentiële aminozuren en glucagon
B
essentiële aminozuren en ureum
C
glucagon en glucose
D
glucose en ureum

Slide 14 - Quiz