Clase 11. C1 Unidad 8. Comunicación/destrezas/Reflexión y evaluación

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Jueves, 20 de octubre de 2022
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Jueves, 20 de octubre de 2022

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. Somtoday.
  2. Objetivos de la unidad 8.
  3. Repasamos vocabulario unidad 7.
  4. Seguimos con la unidad 8. Comunicación/destrezas/Reflex.
  5.  ¡A trabajar!
  6. Final de la clase. ¿Qué has aprendido hoy?

Slide 2 - Slide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Leerdoelen
- Ik kan beschrijven hoe iemand eruitziet.
- Ik kan zeggen wie iemand is.



Slide 3 - Slide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Succescriteria's
- Ik ken de woorden over het menselijk lichaam in het Spaans.
- Ik kan het werkwoord doler  vervoegen.
- Ik weet al hoe ik het werkwoord doler en gustar moet vervoegen.
- Ik weet hoe ik muy+bijvoegelijk n.w moet gebruiken in het Spaans.
- Ik weet hoe ik muy+bijwoord moet gebruiken in het Spaans.
- Ik week hoe ik mucho/-a/-os/-as+ zelfstandig naamwoord moet gebruiken in het Spaans.
- Ik ken alle woorden van de woordenlijst unidad 8
- Ik ken alle frases claves van unidad 8.







Slide 4 - Slide

Vocabulario  unidad 8
timer
5:00
A: Pregunta
B: Responde

Slide 5 - Slide

Unidad 8 Comunic./Destrezas/Refl. y evaluación
1. Descripción física.

Slide 6 - Slide

Beschrijven uiterlijk
Zoals jullie net hebben kunnen zien gebruiken we voor vaste eigenschappen ser en voor tijdelijke eigenschappen estar. Daarnaast gebruiken we bij de beschrijvingen van karakter en uiterlijk ook vaak het ww tener
Let op: tener + het lidwoord (el/la/los/las) + zelfstandig naamwoord + bijvoeglijk naamwoord (beschrijving)

Voorbeeld: Tiene los ojos azules. - Hij heeft blauwe ogen.

Slide 7 - Slide

Voorbeelden:
1. Soy alta y tengo el pelo castaño y largo
Ik ben lang (meisje) en ik heb bruin en lang haar.
2. Soy simpática y tengo los ojos verdes.
Ik ben aardig en ik heb groene ogen.
3. Él es guapo pero tiene la nariz bastante grande.
Hij is knap maar hij heeft een vrij grote neus.

Slide 8 - Slide

Bijwoorden
1. muy - heel of erg
Tiene los ojos muy grandes. - Hij heeft heel grote ogen.

2. bastante - tamelijk / vrij / behoorlijk / nogal
Tiene la nariz bastante grande. - Hij heeft een tamelijk grote neus. 

3. un poco - een beetje / redelijk
Es un poco grande - Hij is een beetje / redelijk groot. 

Slide 9 - Slide

Describimos a un compañero de clase

Slide 10 - Slide

¿Quién es?

Slide 11 - Open question

¿Quién es?

Slide 12 - Open question

¿Quién es?

Slide 13 - Open question

Verplichte opdrachten:
TB Unidad 8. Comunicación
Opdracht 1 t/m 5
TB Unidad 8. Destrezas
Opdracht 1 en 2
TB Unidad 8. Reflex. y evaluación
Opdracht 1 t/m 4 en 6

Si terminas/Als je klaar bent?
Estudia: Vocabulario unidad 8 
                  Frases claves unidad 8

Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)

TB Unidad 8 Comunicación
Opdracht 7
WB Unidad 8 Comunicación
Opdracht 1, 2 en 4
WB Unidad 8 Destrezas
Opdracht 1 t/m 3


Slide 14 - Slide

Deberes (Huiswerk)
Verplichte opdrachten:
TB Unidad 8. Comunicación
Opdracht 1 t/m 5
TB Unidad 8. Destrezas
Opdracht 1 en 2
TB Unidad 8. Reflex. y evaluación
Opdracht 1 t/m 4 en 6

Estudia: Vocabulario unidad 7 en 8
                  Frases claves unidad 7 en 8
                   Gramática unidad 7 en 8







Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
TB Unidad 8 Comunicación
Opdracht 7
WB Unidad 8 Comunicación
Opdracht 1, 2 en 4
WB Unidad 8 Destrezas
Opdracht 1 t/m 3

Slide 15 - Slide


¿Cómo has trabajado hoy en clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Slide

0

Slide 18 - Video