4.1 Leenheren en leenmannen

Par. 4.1



Leenheren en leenmannen

1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Par. 4.1



Leenheren en leenmannen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Deze les heeft een uitloop naar morgen (geen huiswerk voor morgen)
  • Je hebt je tekstboek nodig, verder heb je in een tabblad GWP open staan
  • Uitleg opdracht Webquest
  • Uitleg bij par. 4.1
  • Filmpje tussendoor
  • Quizvragen
  • Lees zelf de paragraaf, bekijk afbeeldingen en extra filmpjes bij Geschiedeniswerkplaats
  • Volgende week maandag hoor ik graag of je bij hfst. 4 de toets maakt of de Webquest.
  • De uiterste inleverdatum of de datum van de toets wordt week 7 (nieuw rooster) 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Waren de Vikingen rovers of handelaren?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Waren de Vikingen rovers of handelaren? Is je mening veranderd?

Slide 6 - Open question

Keuze-opdracht of toets
  • In week 7 (nieuw rooster) maak je de toets of lever je de keuze-opdracht in.
  • Volgende les maak ik bekend wie wat gaat doen tijdens die les!
  • Dat ligt dan vast!

Slide 7 - Slide

Noteer of je in week 7 een toets op de webquest maakt.
En als je de webquest maakt de naam/ namen van degenen met wie jij samen zal werken. Ik zal de volgende les de indeling bekend maken!

Slide 8 - Open question

Hoe en wat leveren jullie in?
Jullie maken vóór maandag  30 januari een document aan in Google documenten en deelt dat document met jouw docent. 
(m.vandewijdeven@kempenhorst.nl of i.vanheijster@kempenhorst.nl)
Uiterlijk week 7 (exacte datum volgt zodra rooster bekend) is het verslag klaar:
  • een titelblad met een passend plaatje, jullie voor- en achternamen, klas, naam docent.
  • een inhoudsopgave met paginanummering
  • een inleiding waarin jullie de opdracht beschrijven
  • per leerling een uitwerking van de deelopdracht
  • een conclusie, waarin je jullie antwoord geeft op de hoofdvraag.
Als je tussendoor vragen hebt inschrijven voor KWT!

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • hoe Karel de Grote een machtig koning & keizer werd over een groot rijk
  • op welke manier Karel zijn rijk bestuurde
  • hoe politiek verdeeldheid en onveiligheid ontstonden na Karels dood
  • welke plaats ridders hadden in de samenleving

Slide 10 - Slide

Kenmerkend aspect bij deze paragraaf:
de verhouding tussen heer en vazal

Slide 11 - Slide

Het Frankische rijk

Frankrijk, België en Zuid-Nederland vormden in de 8e eeuw het Frankische rijk.

Koning Karel de Grote en zijn ridders maakten het Frankische rijk nog groter.

De paus kroonde Karel in 800 tot keizer.

Toen Karel de Grote in 814 stierf had hij een groot deel van Europa in zijn bezit.










Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Leenheer en leenman

Karel de Grote bestuurde zijn rijk met hulp van edelen (= adel): groep
van aanzienlijke personen met voorrechten in de samenleving.


Een edele zwoer trouw aan Karel en kreeg een gebied in leen.
Karel bleef eigenaar van het land. De edele bestuurde het gebied en sprak recht. De edele mocht de opbrengst van het land hebben.

Karel was leenheer, de edele was leenman.




 






Karel was leenheer,
de
edele was leenman.







Slide 15 - Slide

Het kenmerkend aspect

Het bestuurssysteem met leenheren en leenmannen, het leenstelsel (feodalisme), zorgde voor orde en rust in het rijk.


De verhouding tussen heer (leenheer) en vazal (leenman) is een kenmerkend aspect van de tijd van monniken en ridders.








Slide 16 - Slide

Een onveilige tijd

Veel leenmannen gaven delen van hun gebied in leen aan
achterleenmannen.

Na Karels dood in 814 viel het Frankische rijk uiteen. Edelen voerden oorlogen met elkaar.

Vikingen uit Scandinavië hielden rooftochten.

Edelen bouwden burchten (kastelen) om zich te beschermen.













 






Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Ridders
In de derde historische periode (middeleeuwen) gebruikten edelen ridders (militairen te paard) om te zorgen voor orde en veiligheid.
Na de tijd van monniken en ridders (derde tijdvak) veranderde de positie van ridders. Vanaf ongeveer 1100 konden alleen nog edelen ridder worden. Er werd van hen ook ridderlijk gedrag (moed, trouw en rechtvaardigheid) verwacht.  
Met de komst van vuurwapens aan het einde van de middeleeuwen verdwenen de ridders. 

Slide 19 - Slide

We lezen samen!
Het Frankische rijk
TB blz. 56
of online eerste theorieblokje.

Evt. nog starten met de eerste opdrachten van de paragraaf.

Slide 20 - Slide

Huiswerk
  • Maak voor de volgende les de opdrachten van par. 4.1. 
  • Kijk ook naar de tip onder de vraag.
  • Verbeter de opdrachten als je bij controle ziet dat je antwoord niet goed is. 
  • Maak evt. extra opdrachten die je krijgt om de stof beter te begrijpen of die een extra uitdaging geven als je daar aan toe bent.

Slide 21 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 22 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 23 - Open question