B3-Voltooid tegenwoordige tijd

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Wanneer gebruik je de
Voltooid Tegenwoordige Tijd?

Voltooid tegenwoordige tijd

Wanneer gebruik je deze grammatica?

- Iets is in het verleden begonnen en nu nog bezig is.

- Praten over ervaringen uit iemands leven.

- Iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu het resultaat.

Voltooid tegenwoordige tijd

Hoe maak je de Voltooid Tegenwoordige Tijd?

regelmatige werkwoorden:

• have / has + voltooid deelwoord (ww+ed)
  

Onregelmatige werkwoorden:

• have / has + voltooid deelwoord (3e rijtje lijst)

Weet je nog?

I have

you have

he / she / it has

we have

you have

they have

TIP!

Weet je niet zeker of een werkwoord
regelmatig of onregelmatig is?

Kijk eerst of je het woord op de lijst kunt vinden met onregelmatige werkwoorden. 

Zo ja? Gebruik dan het derde rijtje! (voltooid deelwoord)

Zo nee? Zet er dan (e)d achter! 

Stap 1: 

4 meerkeuze opgaven

Judy can't come home; she ___ her leg.

1. has breaked
2. have broken
3. has broken

She ___ her mobile phone before.

1. has never lost
2. never have lost
3. have never lost

We ___ our house.

1. painted
2. have painted
3. has painted

It ___ rainy all summer.

1. has be
2. have been
3. has been

Stap 2:

5 open vragen. Succes!

Schrijf de hele zin op!

(denk eraan: have / has + voltooid deelwoord)

The police ___ their plan of attack. (change)

My mum ___ her foot; she can't walk.
(hurt)

Derek ___ a new level.
(reach)

___ you ___ the news lately?
(see)

I ___ the news James Bond movie yet.
(see - not)

Wanneer gebruik je deze grammatica?

• Iets is in het verleden begonnen en nu nog bezig is. 
  
• Praten over ervaringen uit iemands leven. 
  
• Iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu het resultaat.
  

Hoe maak je de Voltooid Tegenwoordige Tijd?

regelmatige werkwoorden:

have / has + voltooid deelwoord (ww+ed)

Onregelmatige werkwoorden:

have / has + voltooid deelwoord (3e rijtje lijst)

Ik begrijp wat ik moet doen bij grammatica 6,
Voltooid Tegenwoordige Tijd.

1. Ja
2. Nee