This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Welkom!
Telefoon → telefoon tas
Tafel → Werkboek en laptop
timer
1:00
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Grammatica: Onregelmatige werkwoorden
Present Perfect
Einde van de les snap ik....
- De Present perfect
Einde van de les heb ik....
- De onregelmatige werkwoorden lijst overgeschreven
Slide 2 - Slide
Onregelmatige werkwoorden 239-240
Zijn werkwoorden die in de verleden tijd (past simple) of in de voltooide tijd (perfect tense) geen –ed achter het woord krijgen.
Regelmatige werkwoord: to walk-walked-walked
to work-worked-worked
Onregelmatige werkwoord: to break-broke-broken
to fall-fell-fallen
Slide 3 - Slide
Onregelmatige werkwoorden 239-240 107 woorden
Onregelmatige werkwoorden overschrijven
timer
10:00
Slide 4 - Slide
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd
Slide 5 - Slide
Present perfect
Iets wat in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.
Het is de voltooid tegenwoordige tijd, dus aan de ene kant is het al voltooid (in het verleden), maar is het ook nog bezig of heeft het nog invloed (in het heden).
Has/have + voltooid deelwoord
Slide 6 - Slide
Hoe gebruik je de have/ has in zinnen?
Have / has + voltooid deelwoord
I havelived here for ten years. She hasknown him since 2011.
Slide 7 - Slide
I
You
He/She/It
We
You
They
have
have
have
have
have
has
Slide 8 - Drag question
HAVE/HAS
I---------------have
you---------------have
she/he/it---------------has
we----------------------have
you--------------------have
they------------------have
Slide 9 - Slide
Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende regelmatige werkwoorden
onregelmatige werkwoorden
1
2
Slide 10 - Slide
regelmatige werkwoorden
1
werkwoord + -ed
Regelmatige ww krijgt in de verleden of voltooide tijd -> +ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted
Slide 11 - Slide
onregelmatige werkwoorden
2
Het derde woord uit de rijtjes
blz. 239-240 Leerwerk!! Je moet gewoon het rijtje kennen om zo de verleden tijd en de voltooide tijd te weten. Weet je niet of het een onregelmatige ww is? check dan het boek!
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought
Slide 12 - Slide
Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
he has eaten at a restaurant
has he eaten at a restaurant?
Slide 13 - Slide
SIGNAALWOORDEN =Present perfect
JUST - NET
ALREADY - AL
YET - AL (IN VRAAGZINNEN)
NOT YET - NOG NIET
ALWAYS - ALTIJD AL
NEVER - NOOIT
EVER - OOIT
SINCE - SINDS
FOR - (NU) AL
(FOR) HOW LONG? - HOE LANG
Slide 14 - Slide
Welke zin staat in de present perfect?
A
I see a cat.
B
I have seen her cat for 9 years.
Slide 15 - Quiz
Welke zin staat in de present perfect?
A
I lived in Amsterdam.
B
I have lived in Amsterdam since I was 18.
Slide 16 - Quiz
Welke zin staat in de present perfect?
A
I bought a dog
B
I have bought a dog
C
I buy a dog
D
I am buying a dog
Slide 17 - Quiz
Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has caught ten balls so far.
D
They worked all day yesterday.
Slide 18 - Quiz
He ......................... ( pay)
A
have paid
B
has paid
Slide 19 - Quiz
I ........................(write) very neatly.
A
have wrote
B
have written
Slide 20 - Quiz
Helen .............. .......(sleep) here for 2 days.
A
have sleep
B
has slept
C
has sleep
D
have slept
Slide 21 - Quiz
You.......................(walk) to home
A
Has walked
B
Have walked
C
Has walk
D
Have to walk
Slide 22 - Quiz
Hoe vorm je de Present Perfect?
A
stam + ED
B
met het derde rijtje van de irregular verbs
C
stam + S bij
he / she / it
D
met has / have + voltooid deelwoord
Slide 23 - Quiz
Les doel behaald?
Present Perfect
Thuis
leer de onregelmatige werkwoorden lijst blz. 239-240