Oefentoets H1 Made in the Netherlands

Oefentoets H1 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Oefentoets H1 

Slide 1 - Slide

Leg uit wat schaalvergroting te maken heeft met mechanisatie

Slide 2 - Open question

Waarom zitten hoogovens bij een haven?
A
makkelijk af te voeren
B
wonen veel vissen
C
koeling van het vuur
D
wonen veel mensen

Slide 3 - Quiz

waarom vind je in west NL geen akkerbouw?

Slide 4 - Open question

Waarom heeft ruilverkaveling invloed gehad op schaalvergroting? Gebruik afbeeldingen

Slide 5 - Open question

Olie wordt vervoerd van Irak naar de haven van Rotterdam
A
Massa of bulkgoed
B
Stukgoed

Slide 6 - Quiz

Welk landbouwproduct wordt niet door Nederland geëxporteerd?
A
Bloemen
B
Zuivel
C
Vlees
D
Sojabonen

Slide 7 - Quiz

Boer Gijs stond bekend om het verbouwen van graan en het houden van koeien. Nu verbouwd hij alleen maar graan.
A
Dit is mechanisatie.
B
Dit is specialisatie.
C
Dit is seizoensarbeid.
D
Dit is industriële inertie.

Slide 8 - Quiz

Welk begrip past het best bij een koe die gemolken wordt door een melkmachine?
A
Reikwijdte
B
Specialisatie
C
Mechanisatie
D
Akkerbouw

Slide 9 - Quiz

Schiphol trekt veel bedrijven aan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Boer Jan stond bekend om het verbouwen van graan en het houden van koeien. Nu heeft hij alleen nog koeien.
A
Dit is mechanisatie.
B
Dit is specialisatie.
C
Dit is seizoensarbeid.
D
Dit is industriële inertie.

Slide 11 - Quiz

Pakken melk die worden vervoerd worden naar de supermarkt is een voorbeeld van?
A
Massagoed
B
Stukgoed

Slide 12 - Quiz

Dit is een voorbeeld van massagoed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Welk soort landbouw vind je aan de kust bij Nederland. Schiphol is vaak op korte afstand.
A
Vleesveeteelt
B
Groente en bloemen
C
Akkerbouw
D
Fruitteelt

Slide 14 - Quiz

De redenen waarom bedrijven voor een bepaalde plaats kiezen, noemen we?
A
Industriële inertie
B
Vertrekredenen
C
Vestigingsplaatsfactoren
D
Denken ze daar over na?

Slide 15 - Quiz

In Nederland staan best veel hoofdkantoren van Multinationals.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz