Oefentoets H1 Made in the Netherlands met dubbele vragen voor extra oefening

Oefentoets H1 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefentoets H1 

Slide 1 - Slide

Wie heeft er een grotere reikwijdte?
A
Ziekenhuis
B
Supermarkt
C
Schoenenwinkel
D
Snackbar

Slide 2 - Quiz

Olie wordt vervoerd van Irak naar de haven van Rotterdam
A
Massa of bulkgoed
B
Stukgoed

Slide 3 - Quiz

Welk landbouwproduct wordt niet door Nederland geëxporteerd?
A
Bloemen
B
Zuivel
C
Vlees
D
Sojabonen

Slide 4 - Quiz

Boer Gijs stond bekend om het verbouwen van graan en het houden van koeien. Nu verbouwd hij alleen maar graan.
A
Dit is mechanisatie.
B
Dit is specialisatie.
C
Dit is seizoensarbeid.
D
Dit is industriële inertie.

Slide 5 - Quiz

Welk begrip past het best bij een koe die gemolken wordt door een melkmachine?
A
Reikwijdte
B
Specialisatie
C
Mechanisatie
D
Akkerbouw

Slide 6 - Quiz

Wat is GEEN product dat Nederland veel exporteert?
A
Bloemen
B
Zuivel
C
Graan
D
Vlees

Slide 7 - Quiz

Waardoor zijn boeren in staat steeds grotere stukken grond te bewerken?
A
Mechanisatie
B
Schaalvergroting
C
Specialisatie
D
Biodiversiteit

Slide 8 - Quiz

Tegenwoordig is nog maar 2% van de beroepsbevolking werkzaam in de landbouw?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Tegenwoordig is de Biodiversiteit in Nederland
A
Groter
B
Kleiner

Slide 10 - Quiz

De redenen waarom bedrijven voor een bepaalde plaats kiezen, noemen we?
A
Industriële inertie
B
Vertrekredenen
C
Vestigingsplaatsfactoren
D
Denken ze daar over na?

Slide 11 - Quiz

Welke van de twee soorten goederen is goedkoper om te vervoeren?
A
Massagoed
B
Stukgoed

Slide 12 - Quiz

Wat is GEEN reden voor een bedrijf om zich in een stad te vestigen?
A
De arbeidsmarkt
B
De afzetmarkt
C
Goede infrastructuur
D
Kans op korting van de stad

Slide 13 - Quiz

In Nederland staan veel hoofdkantoren van Multinationals.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Een restaurant is een voorbeeld van een voorziening met baliefunctie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Een meubelboulevard is een voorbeeld van een dagelijkse voorziening
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een specialistische voorziening?
A
Supermarkt
B
Bakker
C
IKEA
D
Slager

Slide 17 - Quiz

Schiphol is het grootste vliegveld van Nederland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Dit is een voorbeeld van massagoed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz