2.vwo.U3. 15 maart

Klaar ? Réfléchis et répondez          
Reflectie over het leerproces.

1.Ik heb de grammatica uitleg opnieuw bestudeerd in mijn boek ja / nee
2.Ik heb de (bilan) exercices opnieuw gemaakt in mijn boek ja / nee
3.Ik heb de (bilan) exercices in de édition gemaakt. Ja / nee
4.Ik heb de zinnen van de (bilan)exercices vertaald F-N, zodat ik de zinnen goed begrijp. ja / nee
5.Ik beheers de stof ? Onvoldoende, Matig, Voldoende, Goed, Uitstekend
6.Ik geef mijzelf het CIJFER ? ……



1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Klaar ? Réfléchis et répondez          
Reflectie over het leerproces.

1.Ik heb de grammatica uitleg opnieuw bestudeerd in mijn boek ja / nee
2.Ik heb de (bilan) exercices opnieuw gemaakt in mijn boek ja / nee
3.Ik heb de (bilan) exercices in de édition gemaakt. Ja / nee
4.Ik heb de zinnen van de (bilan)exercices vertaald F-N, zodat ik de zinnen goed begrijp. ja / nee
5.Ik beheers de stof ? Onvoldoende, Matig, Voldoende, Goed, Uitstekend
6.Ik geef mijzelf het CIJFER ? ……



Slide 1 - Slide

G2A 16  mars  
Doel:  ik kan een gebouw, straat, voorwerp, ding, of een dier beschrijven
                                                           
1. terug blik ex 17 + terugblik aantekeningen   (slides)
2. maken luva ex 19, + luva 21
3. maken ex 18,20 









Slide 2 - Slide

G2A         à noter  dans ton cahier
Doel: ik kan een voorwerp,dier,ding beschrijven.
ex 17 : Zegswijzen:
1. avec  cet objet , on peut ..................   = met dit voorwerp kun je ..........
2.cet objet ressemble à ..........                 = dit voorwerp lijkt op....
3. cet objet /ce truc/ ça    sert à......        = dit voorwerp/ding/dat  dient om....
     servir à = dienen tot   ( denk aan "service" je wilt iemand van dienst zijn/service aanbieden)
4. c'est un truc  pour + infinitief              = dat is een ding om ....+ infinitief 

Slide 3 - Slide

G2A         à noter  dans ton cahier
afvink lijst voor denk processen:
1. plaats in de zin van het bijv nw ? (rijtje met uitzonderingen)
2.vorm van het bijv nw mannelijk (met klinker/stomme h) woord
  / vrouwelijk of meervoud
3. laatste letter(s) e? if? al? eau? eux?  s?
     jaune, rouge - intensif - international - nouveau - heureux - français

Slide 4 - Slide

G2A         à noter  dans ton cahier
Klaar met 17 A? Buurman ook?  >>>  Samen 17B maken
avoir lieu de   =  plaats vinden     à l'intérieur
avoir l'air de  =  het uiterlijk hebben van 

plaire  à = 
1. behagen 
2.bevallen
3. aanstaan
à  gauche de  le café        regel:   de + le   =  du
(à gauche de la  église > à gauche de l'église)


Slide 5 - Slide

G2A         à noter  dans ton cahier
le metteur en scène  = de regisseur 
la mise en scène =  de regie
ce    + m. woord
cette + v woord
cet      + m woord + klinker 
ces      + meervoud woord

Slide 6 - Slide

A2A  le 15 mars
le 15 mars:  SO   Tijd?  20 minuten

Klaar?  Pak een leesboek of een ander vak....

le 16 mars
Apprendre 7 + 9     zinnen: phrases clés
1.terug blik ex 17 + terugblik aantekeningen
2. maken luva ex 19, + luva 21
3. maken ex 18,20 

Slide 7 - Slide

A2A  le 21mars
le 16 mars
Apprendre 7 + 9     zinnen: phrases clés  bespreken vanaf Apprendre 7 zin 4



se plaire à   = 1.  bevallen
                            2. aanstaan
                             3. behagen

Slide 8 - Slide

A2A         à noter  dans ton cahier
doel: ik kan een voorwerp,dier,ding beschrijven.
ex 17 : Zegswijzen:
1. avec  cet objet , on peut ..................   = met dit voorwerp kun je ..........
2.cet objet ressemble à ..........                 = dit voorwerp lijkt op....
3. cet objet /ce truc/ ça    sert à......        = dit voorwerp/ding/dat  dient om....
     servir à = dienen tot   ( denk aan "service" je wilt iemand van dienst zijn/service aanbieden)
4. c'est un truc  pour + infinitief              = dat is een ding om ....+ infinitief 

Slide 9 - Slide

A2A        à noter  dans ton cahier
afvink lijst voor denk processen:
1. plaats   in de zin van het bijv nw ?  (rijtje met uitzonderingen)
2.vorm van het bijv nw mannelijk (met klinker/stomme h) woord
  / vrouwelijk of   meervoud
3. laatste letter(s)        e?    if?     al?     eau?    eux?  s? 
jaune, rouge - intensif - international - nouveau - heureux - français

Slide 10 - Slide

A2A         à noter  dans ton cahier
ce        mnl
cette   vrl
ces      meervoud
cet      mnl + klinker / stomme h

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Unité 3: C'est qui ? C'est quoi ?


Slide 13 - Slide

Portable dans le sac, s'il te plaît

Slide 14 - Slide

Unité 3: C'est qui ? C'est quoi ?
plan du cours 

Slide 15 - Slide

regardez la vidéo

Slide 16 - Slide

Les adjectifs
1. Une............... dame.................. ( oud) => une vieille dame
2. Une................chanson..............( mooi)=> une belle chanson
3. Un.................voyage ..................( lang)=> un long voyage 
4. Une...............histoire..................( ennuyeux) => une histoire ennuyeuse
5. Une.................maison..................( blanc)=> une maison blanche
6. Un................chemin..................( dangereux) => un chemin dangereux
7. une................idée.........................( bon) => une bonne idée
8. les.................chaussures...............( bleu) => les chaussures bleues
9. une...............actrice ......................( américain) => une actrice américaine
10. une...........prof.....................( gentil)=> une prof gentille

Slide 17 - Slide

"Voilà" par Barbara Pravi
Zangeres Barbara Pravi vertegenwoordigt Frankrijk deze keer op het Eurovisiesongfestival in Rotterdam. 
Haar liedje Voilà doet sterk denken aan een chanson van Edith Piaf of Jacques Brel. 
Opvallend: theatrale gestes, kapsel


Slide 18 - Slide