Les 1 levend-dood-levenloos

Thema 1: Dit Is Biologie

Les 1. Levend-dood-levenloos

Leerdoelen

- Ken de 9 levenskenmerken. 

- Begrijp het verschil tussen dood, levend en levenloos. 

- Kan aangeven welke levenskenmerken aanwezig zijn bij een levend wezen. 

- Weet wat gedaantewisseling is en bij welke dieren dit voorkomt.

Wat weet je al over de levenskenmerken en gedaantewisselingen?

Wat zijn levenskenmerken?

- Kenmerken die aangeven dat iets leeft. 

- Bijvoorbeeld: groeien, ademen, voeden, reageren, voortplanten, uitscheiden, bewegen, waarnemen en leven. 

- Bespreek elk kenmerk kort en geef voorbeelden.

Dood, Levend of Levenloos?

- Dood: geen levenskenmerken meer aanwezig. 

- Levend: minstens één levenskenmerk aanwezig. 

- Levenloos: nooit geleefd, geen levenskenmerken. 

- Geef voorbeelden en laat de studenten raden of het dood, levend of levenloos is.

Levenskenmerken bij een Levend Wezen

- Vraag: Welke levenskenmerken zijn aanwezig bij een hond? 

- Laat studenten individueel of in groepen de levenskenmerken opschrijven. 

- Bespreek gezamenlijk de antwoorden en controleer of alle levenskenmerken worden genoemd.

Wat is een Gedaantewisseling?

- Verandering van uiterlijk of vorm gedurende het leven.
- Komt voor bij insecten, amfibieën en sommige andere dieren.
- Bespreek voorbeelden van gedaantewisselingen en laat afbeeldingen zien.

Gedaantewisseling bij Insecten

- Vraag: Welke insecten ondergaan een gedaantewisseling? 

- Laat studenten individueel of in groepen de insecten opschrijven. 

- Bespreek gezamenlijk de antwoorden en controleer of alle insecten worden genoemd.

Gedaantewisseling bij Amfibieën

- Vraag: Welke amfibieën ondergaan een gedaantewisseling? 

- Laat studenten individueel of in groepen de amfibieën opschrijven. 

- Bespreek gezamenlijk de antwoorden en controleer of alle amfibieën worden genoemd.

Samenvatting

- Herhaal de belangrijkste punten en concepten. 

- Vraag studenten om een samenvatting te schrijven van wat ze hebben geleerd. 

- Beantwoord eventuele vragen en sluit de les af.

Leerdoelen

Na dit hoofdstuk:

• Ken je de 9 levenskenmerken.

• Begrijp je wanneer iets dood, levend of levenloos is.

• Kun je bij een levend wezen aangeven welke levenskenmerken

aanwezig zijn.

• Weet je wat een gedaantewisseling is en bij welke dieren dit

voorkomt