Politiek oefenvragen H7 tm 11

Politiek H7 tm 11 herhaling
1 / 45
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Politiek H7 tm 11 herhaling

Slide 1 - Slide

De regering bestaat uit...
A
Eerste en Tweede kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
D
Parlement en Koning

Slide 2 - Quiz

Tijdens de kabinetsformatie onderzoeken politieke partijen, onder leiding van een (in)formateur, of zij samen een kabinet kunnen vormen.

Als zij tot overeenstemming komen, leggen zij hun voornemens en uitgangspunten voor de komende vier jaar vast in een ……
A
coalitie
B
partijprogramma
C
regeerakkoord
D
wet

Slide 3 - Quiz

Hoe wordt een kabinet genoemd dat uit meerdere partijen bestaat?
A
coalitie
B
meerderheidskabinet
C
regeerakkoord
D
regering

Slide 4 - Quiz

Wetsvoorstel indienen.
Tweede Kamer stemt
Eerste Kamer stemt
Wet wordt aangenomen.
Koning en  Minister tekenen.
Wet komt in Staatscourant.

Slide 5 - Drag question

Het indienen van wetten noemen we...
A
Wet van initiatief
B
Wet van amendement

Slide 6 - Quiz

Het aanpassen van wetten noemen we...
A
Wet van initiatief
B
Wet van amendement

Slide 7 - Quiz

Wie kan een wetsvoorstel indienen?
A
Eerste Kamerlid en Tweede Kamerlid
B
Minister en Eerste Kamerlid
C
Koning en Minister
D
Minister en Tweede Kamerlid

Slide 8 - Quiz

Waar komen de nieuwe wetten komen te staan?

Slide 9 - Open question

De Eerste Kamer heeft het recht van initiatief
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Kabinet wil geen referendum EU
DEN HAAG – Het kabinet ziet er niets in, maar de SP, de grootste oppositiepartij in de Tweede Kamer, wil een referendum organiseren over het gewijzigde  verdrag van de Europese Unie.
De SP zal een wetsvoorstel indienen om een referendum te mogen houden.

Slide 11 - Slide

De Tweede Kamer beschikt over verschillende rechten. Van welk recht wil de SP-fractie gebruik maken?
A
recht van amendement
B
recht van enquête
C
recht van initiatief
D
recht van interpellatie

Slide 12 - Quiz

Tekst 2

Slide 13 - Slide

3. Lees tekst 2. 1
De wet is al aangenomen door de koning.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

4 Lees tekst 2.
De wet wordt namens een minister ingediend.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

5. Lees tekst 2.
De wet wordt, als hij wordt aangenomen, ook in de Europese Unie
ingevoerd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

6. Lees tekst 2.
De wet wordt aangenomen als er minstens 38 Eerste Kamerleden vóór
stemmen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Welke taak?
A
controlerende
B
rechtsprekende
C
uitvoerende
D
wetgevende

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Hoeveel zetels moet je hebben voor een meerderheid in de Eerste Kamer?
A
38
B
75
C
76
D
150

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

17. Op Eerste Kerstdag houdt Koning Willem-Alexander een kersttoespraak.

Wie is verantwoordelijk voor de uitspraken in de kersttoespraak van de Koning?
A
de ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken
B
de Koning zelf
C
de minister-president en de ministers
D
het Nederlandse parlement

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide