MODTH les 18 Borst en buik

Les 18 borstkas en buikholte
Module lichaamsmassage
Module theorie
1 / 35
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Les 18 borstkas en buikholte
Module lichaamsmassage
Module theorie

Slide 1 - Slide

Vandaag
Herhalen:
- Arm botten en spieren
- Huidwoekeringen 

Nieuwe lesstof
- Botten borstkas
- Spieren romp

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
- De student kent de bouw, ligging en functie van de borstkas.
- De student kent de verloop en de werking van de buik- en borstspieren.


Slide 3 - Slide

Schema armen

Slide 4 - Slide

Opdracht 
herhalen armen en huidwoekering
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Uitleg borstkas

Slide 6 - Slide

Borstkas
De borstkas bestaat uit: 
- borstbeen
- 12 paar ribben
- 12 paar borstwervels (rugwervels)

Slide 7 - Slide

Borstbeen
Bestaat uit
Handvat:
- eerste rib
- kuiltje sleutelbeenderen
  
Lichaam:
- 6 ware ribben verbonden
- valse ribben indirect verbonden

Zwaardvormig aanhangsel

Slide 8 - Slide

Ribben
Bestaan uit:
7 ware ribben 
- direct verbonden aan borstbeen met glasachtig kraakbeen

5 valse ribben
- niet direct verbonden
- bovenste 3 ribben verbonden aan de vorige rib.
- onderste 2 -> zwevende ribben

Slide 9 - Slide

Ribben
Vormen borstholte

Bevatten roodbeenmerg -> aanmaak bloedcellen. 

Beschermen hart en longen

Helpen de ademhaling

Slide 10 - Slide

Opdracht 
les 18 opdracht 1 botten 

 
timer
15:00

Slide 11 - Slide

Uitleg spieren romp

Slide 12 - Slide

Spieren Borstkas

- Middenrif
- Grote borstspier
- Kleine borstspier

Deze spieren ondersteunen de ademhaling
Spieren Buikholte

- Rechte buikspier 
- Buitenste schuine buikspier
- Binnenste schuine buikspier
- Dwarse buikspier

Slide 13 - Slide

Grote borstspier
O: - sleutelbeen
- borstbeen
- kraakbeen 2de tot 6de rib
- rechte buikspier

A: opperarmbeen

W: - heffen ribben bij inademing
- voert arm aan en draait naar binnen 

Slide 14 - Slide

Kleine borstspier
O: 2de tot 5de rib

A: ravenbekuitsteeksel 

W: 
- trekt schouderblad naar voren en beneden
- hulp spier ademhaling

Slide 15 - Slide

Middenrif
Koepelvormige spier

- Scheidt de borstholte van de buikholte
- Openingen voor slokdarm, zwervende zenuw en de grote bloedvaten.

Slide 16 - Slide

Middenrif
O: 
- lendenwervels
- onderste 6 ribben
- zwaardvormig uitsteeksel

A: centraal peesblad

W:
- plat af bij inademing -> borstkast zet uit
- ontspant bij uitademing -> borstkast krimpt

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Rechte buikspier
Wordt ook wel de sixpack genoemd: peesstroken scheiden de spierbuiken.

Werking:
- trekt borstkast omlaag
- buigt romp
- heft bekken omhoog

Slide 19 - Slide

Buitenste schuine buikspieren
O:  5de tot 12de rib

A: 
- witte lijn
- bekkenkam

W: 
- buigt wervelkolom voorover
- draait wervelkolom beide kanten

Slide 20 - Slide

Binnenste schuine buikspieren
O: bekkenkam

A: witte lijn

W: 
- buigt wervelkolom voorover
- draait wervelkolom beide richtingen 

Werkt samen met de buitenste schuine buikspieren. 

Slide 21 - Slide

Dwarse buikspier
O:
- onderste ribben
- bekkenkam

A: witte lijn

W: verkleint de buikholte voor de uitademing. 

Slide 22 - Slide

Dwarse buikspier ligt diepst in de buik. Verkleint de buikholte voor uitademing.
Binnenste schuide buikspier; werkt samen met buitenste schuine buikspier bij buigen en draaien.
Buitenste schuine buikspier. Loopt vanaf de ribben tot aan de witte lijn  (peesblad in het midden).
Ook wel sixpack genoemd. Meerdere spierbuiken, gescheiden door dwarslopende pezen. In midden gescheiden door peesblad 
(witte lijn = linea alba)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Welke spier / spieren vormen de voorkant van de oksel?
A
grote borstspier en de kleine borstspier
B
monnikskapspier
C
de brede rugspier
D
de kleine borstspier en de brederugspier

Slide 25 - Quiz

Wat is juist over het middenrif?
A
Een koepelvormige spier die een rol speelt bij de ademhaling
B
Een spier die in het onderlichaam zit
C
Een spier die aan de achterkant van ons lichaam zit
D
Een spier gescheiden door meerdere peesstroken

Slide 26 - Quiz

Welke spier wordt aangegeven met cijfer 1?
A
Rechte buikspier
B
Schuine buikspier
C
Dwarse buikspier
D
Onderste buikspier

Slide 27 - Quiz

Wat betekent synergist?
A
spanning van de spier
B
samenwerkende spier
C
tegenwerkende spier
D
beweging van de spier

Slide 28 - Quiz

Wat betekent origo?
A
oorsprong
B
aanhechting
C
pees
D
spanning

Slide 29 - Quiz

Wat betekent spierinnervatie?
A
samentrekken
B
verkorten
C
prikkeling
D
beweging

Slide 30 - Quiz

Wat is een ander woord voor spierspanning?
A
innervatie
B
contractie
C
tonus
D
kinesis

Slide 31 - Quiz

Wat is myogelose?
A
spierverlamming
B
spierkramp
C
spierverharding
D
spierverslapping

Slide 32 - Quiz

Wat is isometrische contractie?
A
kracht zonder beweging
B
kracht met beweging

Slide 33 - Quiz

Wat is een ander woord voor spierverschrompeling?
A
atrofie
B
kinesis
C
agonist
D
tonus

Slide 34 - Quiz

Volgende week: laatste les module lichaamsmassage
Huidafwijkingen

Slide 35 - Slide