KWALITEITSBEVORDEERAAR 1-1.4 CONTACT MAKEN MET DE ZORGVRAGER

Contact maken met de zorgvrager
KWALITEITSBEVORDERAAR 1-1.4
1 / 22
next
Slide 1: Slide
KwaliteitsbevorderaarMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Contact maken met de zorgvrager
KWALITEITSBEVORDERAAR 1-1.4

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  1. Aan het einde van de les kun je in eigen woorden uitleggen wat een alledaags gesprek met een zorgvrager is
  2. Aan het einde van de les kun je een alledaags gesprek herkennen in een filmpje
  3. Aan het einde van deze les kun je in eigen woorden uitleggen hoe je een alledaags gesprek met een zorgvrager gaande moet houden

Slide 2 - Slide

Formele en informele gesprekken
  • Formeel: Gepland, heeft een doel en wordt voorbereid
  • Informeel: Alledaags gesprek, zonder voorbereiding



Waarom belangrijk?
Welke 'alledaagse gesprekjes' zie je in het volgende filmpje?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Welke alledaagse gesprekken voeren jullie met klasgenoten?

Slide 5 - Mind map

Kenmerken van een alledaags gesprek

  • Het gaat om een spontaan, vrijblijvend gesprek
  • Je komt er de tijd aangenaam mee door
  • Je bereidt ze niet of nauwelijks voor
  • Je toont elkaar betrokkenheid en waardering
  • Je kunt gemakkelijk op een ander gespreksonderwerp overstappen
  • Je kunt het gesprek op ieder moment beëindigen 

Slide 6 - Slide

Ben jij iemand die gemakkelijk met een onbekende een praatje maakt of vind je het juist lastig op iemand af te stappen die je niet kent?

Slide 7 - Slide


Contact hebben is een verbinding aangaan en waarbij een interactie ontstaat tussen twee of meer personen. Contact hebben we allemaal nodig! Zodra we geen contact (kunnen) maken kan er al heel snel gevoel van eenzaamheid ontstaan.

Slide 8 - Slide

Hoe leg je contact?
  • Stap als eerste op de ander af en begroet (goedemorgen, goedemiddag, goedenavond)  
  • Stel jezelf voor en glimlach.
  • Houdt oogcontact en toon belangstelling.
  • Luister zorgvuldig en let op lichaamstaal.
  • Bedenk vooraf waarover je zou kunnen praten. 

Slide 9 - Slide

Tips voor alledaagse gesprekken

  • Zoek de verbinding
  • Laat het initiatief wisselen
  • Vermijd een kruisverhoor 

Slide 10 - Slide

Mevr. Derks
Je komt voor de allereerste keer bij mevr. Derks thuis in haar appartement. Je ziet een grote bos bloemen staan. Je ruikt dat ze net heeft gekookt. Haar appartement hangt vol schilderijen.

Slide 11 - Slide

Wat doe jij als je een gesprek gaande wil houden?

Slide 12 - Mind map

Open vragen

Begint vaak met 'wie, wat, waar, welke, waarom, hoe'
Geeft meer ruimte om te antwoorden
Gesloten vragen

Vaak te beantwoorden met 'ja, nee of een enkel woord'
De vraag nodigt niet echt uit om over in gesprek te gaan


Slide 13 - Slide

Welke gesloten vraag kun je bedenken?

Slide 14 - Mind map

Welke open vraag kun je bedenken?

Slide 15 - Mind map

Indirecte vragen

Het is een vraag, maar je hoort geen vraagteken
"Ik vraag me af hoe U dat voor elkaar heeft gekregen"


Suggestieve vragen

Verraadt welk antwoord je wilt horen of verwacht te horen
"U bent het toch met mij eens dat dit een fantastisch boek is?"
"Houd je ook zo van lekker uitgebreid ontbijten?"
"Ik neem aan dat..."

Slide 16 - Slide

Stimuleren tot doorpraten
Hoe doe jij dat?

Slide 17 - Mind map

Stimuleren tot doorpraten

  • Aandachtige luisterhouding
  • Het stellen van vervolgvragen
  • De laatste woorden van de zin herhalen op vragende toon
  • Bemoedigende uitingen
  • Samenvatten





Voorbeeld:
Zorgvrager: "Ik vond het gisteren maar een saai concert"
VZ-/VP-/MZ-er: "Saai concert?"
Zorgvrager:"Ja, alle liedjes die ze speelden leken op elkaar"

Slide 18 - Slide

Een alledaags gesprek afronden
Als je een gesprek wilt eindigen, helpt het vaak het stoppen in te leiden. Noem bijvoorbeeld de reden waarom je het gesprek wilt beëindigen.

"Hé wat jammer, ik zie dat het al half vier is. Ik moet helaas echt gaan".
"Als U wilt kunnen we hier een ander keer over doorpraten, maar nu moet ik gaan". 

Verbaal en ook non-verbaal afscheid nemen

Slide 19 - Slide

Taal in alledaagse gesprekken
Humor mag, nee, humor moet!

Slide 20 - Slide

Doelen
1.  Kun je in eigen woorden uitleggen wat een alledaags gesprek met een zorgvrager is?
2Kun je een alledaags gesprek herkennen in een filmpje?
3. Kun je in eigen woorden uitleggen hoe je een alledaags gesprek met een zorgvrager gaande moet houden?

Slide 21 - Slide

Aan de slag!

Slide 22 - Slide