What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
GPL - 3HV - 14/21 nov
GPL Natuurkunde
1. Berg je telefoon op in je tas
2. Pak je spullen:
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
GPL Natuurkunde
1. Berg je telefoon op in je tas
2. Pak je spullen:
Slide 1 - Slide
4.1 Kracht en soorten beweging
Slide 2 - Slide
Snelheid
Afstand
Tijd
v
s
t
Slide 3 - Drag question
Ali fietst in 45 minuten een afstand van 13 km naar school.
Bereken zijn snelheid in meter per seconde.
Slide 4 - Open question
Bert rijdt met de auto in 10 minuten 3750 m
Bereken zijn snelheid in meter per seconde.
Slide 5 - Open question
Celine wandelt met een snelheid van 2,5 m/s een afstand van 2,1 km.
Bereken hoeveel seconde ze aan het wandelen is.
Slide 6 - Open question
Demi rent de marathon (42,195 km) met een gemiddelde snelheid van 8 km/uur.
Bereken hoe lang ze erover doet om de marathon te lopen.
Slide 7 - Open question
Op wie is de resultante kracht groter?
Een fietser die met constante snelheid naar school fietst.
Een eend die plots naar de fietser toe vliegt.
Slide 8 - Slide
Op wie is de resultante kracht groter?
A
Een fietser die met constante snelheid naar school fietst.
B
Een eend die plots naar de fietser toe vliegt.
C
De resultante kracht is op beide even groot.
Slide 9 - Quiz
Op wie is de resultante kracht groter?
Iemand die net uit een vliegtuig is gesprongen.
Een straaljager die met constante snelheid vliegt.
Slide 10 - Slide
Op wie is de resultante kracht groter?
A
Iemand die net uit een vliegtuig is gesprongen.
B
Een straaljager die met constante snelheid vliegt.
C
De resultante kracht is op beide even groot.
Slide 11 - Quiz
Op wie is de resultante kracht groter?
Een doos die stilstaat op de grond.
Een voetbal die met constante snelheid naar een doel vliegt.
Slide 12 - Slide
Op wie is de resultante kracht groter?
A
Een doos die stilstaat op de grond.
B
Een straaljager die met constante snelheid vliegt.
C
De resultante kracht is op beide even groot.
Slide 13 - Quiz
4.2 Arbeid
Slide 14 - Slide
Een sleepboot trek met een kracht van 30 kN een sleepboot 0,2 km door de haven.
Bereken hoeveel arbeid de sleepboot levert.
Slide 15 - Open question
Een biljarter duwt met zijn keu met een kracht van 30 N tegen een biljartbal. De bal heeft hierna 4,0 J aan beweging energie.
Bereken afstand waarover de biljarter tegen de bal aan heeft gestoten.
Slide 16 - Open question
Tijdens een parachutesprong van 3,2 km hoogte werkt er een gemiddelde luchtweerstandkracht van 210 N op een parachutist.
Bereken hoeveel arbeid de luchtweerstand levert.
Slide 17 - Open question
4.3 Veiligheidsmaatregelen in het verkeer
Slide 18 - Slide
De kreukelzone van een auto zorgt voor...
A
verhoging van de stopkracht.
B
verhoging van de botskracht
C
verlaging van de stopkracht.
D
verlaging van de botskracht.
Slide 19 - Quiz
Airbags zorgen voor...
A
verhoging van de stopkracht.
B
verhoging van de botskracht
C
verlaging van de stopkracht.
D
verlaging van de botskracht.
Slide 20 - Quiz
Een autogordel zorgt voor...
A
verhoging van de stopkracht.
B
verhoging van de botskracht
C
verlaging van de stopkracht.
D
verlaging van de botskracht.
Slide 21 - Quiz
Een slechtwerkende helm zorgt voor...
A
verhoging van de stopkracht.
B
verhoging van de botskracht
C
verlaging van de stopkracht.
D
verlaging van de botskracht.
Slide 22 - Quiz
Harder rijden zorgt voor...
A
verhoging van de stopkracht.
B
verhoging van de botskracht
C
verlaging van de stopkracht.
D
verlaging van de botskracht.
Slide 23 - Quiz
Op t = 0 springt er opeens een vogel op de weg en moet er een noodstop worden gemaakt.
Wat is de reactieafstand?
Slide 24 - Open question
Wat is de remweg?
Slide 25 - Open question
Wat is de stopafstand?
Slide 26 - Open question
4.4 Stoot
Slide 27 - Slide
Een honkbalknuppel oefent gedurende 0,1 seconde een kracht van 200 N uit op een bal. Bereken de stoot.
Slide 28 - Open question
Een stilstaande tennisbal (65 gram) krijgt gedurende 0,2 seconde een klap van 10 N. Bereken de snelheid van de bal na de slag.
Slide 29 - Open question
More lessons like this
GPL - 9 maart
August 2022
- Lesson with
22 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
GPL - 16 maart
August 2022
- Lesson with
20 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
ON H4.2 Arbeid
March 2022
- Lesson with
31 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Samenvattend werkblad
November 2022
- Lesson with
22 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
GPL - 3HV - 9 januari
December 2022
- Lesson with
29 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
GPL - 23 januari
February 2022
- Lesson with
19 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H8 Verkeer en Veiligheid (8.1-8.3)
January 2022
- Lesson with
45 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
H8.1 en H8.2
January 2022
- Lesson with
18 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4