Test + C7, P1

Welkom H4E!
  • Ga zitten volgens de plattegrond. 
  • Pak je spullen erbij: laptop (dicht), etui en schrift
  • Oortjes uit en in de tas




Nederlands havo 4
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom H4E!
  • Ga zitten volgens de plattegrond. 
  • Pak je spullen erbij: laptop (dicht), etui en schrift
  • Oortjes uit en in de tas




Nederlands havo 4

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Deze les
  • Ik ken de spellingsregels van de persoonsvorm.
  • Ik kan de spellingsregels correct toepassen.
  • Ik kan de persoonsvorm correct spellen.

Slide 3 - Slide

Deze les
  • Test: wat weet je nog?
  • Regels bestuderen
  • Regels presenteren
  • Regels toepassen

Slide 4 - Slide

Opdracht
  • Maak de test op toetspapier (je mag niet op het vragenblad schrijven)
       Klaar? Steek je hand op. Je krijgt een nakijkblad. 

  • Kijk na; gebruik strepen en krulletjes.
  • Noteer onderaan je antwoordenblad de nummers van de 
       opdrachten die je het lastigst vindt/meeste fouten in hebt gemaakt.
 
  • Klaar? Bestudeer de lastige paragrafen in het online boek. 
timer
20:00

Slide 5 - Slide

H7 Spelling: P1 


Welke spellingregels voor werkwoorden kennen we?


Slide 6 - Slide

Opdracht
  • In tweetal: de een noteert een uitleg voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd (PTT) , de andere voor de persoonsvorm verleden tijd (PVT). 
  • Maak allebei gebruik van twee voorbeeldzinnen een met werkwoord 'worden' en een met 'volleyballen'

timer
5:00

Slide 7 - Slide

voorbeelden bespreken

Slide 8 - Slide

werkwoordsvorm: persoonsvorm
De persoonsvorm is verbonden met het onderwerp en kan in zowel de tegenwoordige tijd als de verleden tijd staan. 

Je vindt de persoonsvorm door: 
  • De tijdproef uit te voeren (verander de tijd)
Het werkwoord dat je moet aanpassen om de zinnen correct te maken, is de persoonsvorm. 


Slide 9 - Slide

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm TT
ik, .... jij 

jij/hij/zij/het

meervoud 

ik-vorm

ik-vorm + t

'infinitief' 
fiets      word 

fietst    wordt 

fietsen  worden

Slide 10 - Slide

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm VT
Om te bepalen of er -te(n) of +de(n) toegevoegd moet worden, gebruik je 't ex- kofschip.

Zit de laatste letter van de stam van het werkwoord wel of niet in 't ex- kofschip?
wel  >   ik-vorm + te(n)
niet >   ik-vorm + de(n) 

Sterke werkwoorden:  klankverandering

Slide 11 - Slide

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm VT
Om te bepalen of er -te(n) of +de(n) toegevoegd moet worden, gebruik je 't ex- kofschip.

Zit de laatste letter van de stam van het werkwoord wel of niet in 't ex- kofschip?
wel  >   ik-vorm + te(n)
niet >   ik-vorm + de(n) 

Sterke werkwoorden:  klankverandering

Slide 12 - Slide

Engelse werkwoorden
  • Engelse werkwoorden die in het Nederlands gebruikt worden, vervoeg je alsof het Nederlandse werkwoorden zijn.
  • Schrijf in de tegenwoordige tijd ik-vorm of ik-vorm +t: ik relax – ze relaxt, ik baseball – hij baseballt, ik jog – jij jogt. 
Gebruik zo nodig het woordenboek.









Slide 13 - Slide

Engelse werkwoorden
  • Laat de Engelse uitgangs-e staan, als je uitspraakproblemen krijgt:
          - breakdancen – ik breakdance, hij breakdancet;
          - gamen – ik game, hij gamet;
          - deleten – ik delete, hij deletet.

  • Gebruik in de verleden tijd ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p:
          - breakdancen – zij breakdancete;
          - e-mailen – hij e-mailde.









Slide 14 - Slide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                       > V.T.

Geen persoonsvorm   








 1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank 
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 15 - Slide

Opdracht
  • Open de online methode. Maak C7, P1: opdr. 1 t/m 5 + 7

Klaar? 
  • Werk verder aan jouw leesautobiografie
timer
30:00

Slide 16 - Slide

Wat is goed?
Hij delete mijn document / Hij deletet mijn document. 

Loopt jij mee? / Loop jij mee?

Ik baseball wel eens met mijn vrienden/ Ik basebal wel eens met mijn vrienden. 

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Donderdag 12 september:
  • C7, P1: opdr. 1 t/m 5 + 7

Maandag 23 september:
  • leesautobiografie inleveren (Magister + papier)

Slide 18 - Slide