Spelling C7, P1

Welkom

Ga alvast zitten. Pak je laptop (dichthouden) erbij. 
                                                    Nederlands havo4
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom

Ga alvast zitten. Pak je laptop (dichthouden) erbij. 
                                                    Nederlands havo4

Slide 1 - Slide

timer
15:00

Slide 2 - Slide

Dagen van gras
  • Boek 1 lezen we samen
  • Onlinebibliotheek.nl 

Slide 3 - Slide

Deze les
  • Uitleg spelling
  • Opdrachten maken
  • Evt. leesautobiografie afmaken 

Slide 4 - Slide

Spelling
  • Ik kan persoonsvormen in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd correct spellen. 

Slide 5 - Slide

werkwoordsvorm: persoonsvorm
De persoonsvorm is verbonden met het onderwerp en kan in zowel de tegenwoordige tijd als de verleden tijd staan. 

Je vindt de persoonsvorm door: 
  • De tijdproef uit te voeren (verander de tijd)
Het werkwoord dat je moet aanpassen om de zinnen correct te maken, is de persoonsvorm. 


Slide 6 - Slide

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm TT
ik, .... jij 

jij/hij/zij/het

meervoud 

ik-vorm

ik-vorm + t

'infinitief' 
fiets      word 

fietst    wordt 

fietsen  worden

Slide 7 - Slide

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm VT
Om te bepalen of er -te(n) of +de(n) toegevoegd moet worden, gebruik je 't ex- kofschip.

Zit de laatste letter van de stam van het werkwoord wel of niet in 't ex- kofschip?
wel  >   ik-vorm + te(n)
niet >   ik-vorm + de(n) 

Sterke werkwoorden:  klankverandering

Slide 8 - Slide

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm VT
Om te bepalen of er -te(n) of +de(n) toegevoegd moet worden, gebruik je 't ex- kofschip.

Zit de laatste letter van de stam van het werkwoord wel of niet in 't ex- kofschip?
wel  >   ik-vorm + te(n)
niet >   ik-vorm + de(n) 

Sterke werkwoorden:  klankverandering

Slide 9 - Slide

Engelse werkwoorden
  • Engelse werkwoorden die in het Nederlands gebruikt worden, vervoeg je alsof het Nederlandse werkwoorden zijn.
  • Schrijf in de tegenwoordige tijd ik-vorm of ik-vorm +t: ik relax – ze relaxt, ik baseball – hij baseballt, ik jog – jij jogt. 
Gebruik zo nodig het woordenboek.









Slide 10 - Slide

Engelse werkwoorden
  • Laat de Engelse uitgangs-e staan, als je uitspraakproblemen krijgt:
          - breakdancen – ik breakdance, hij breakdancet;
          - gamen – ik game, hij gamet;
          - deleten – ik delete, hij deletet.
  • Gebruik in de verleden tijd ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p:
          - breakdancen – zij breakdancete;
          - e-mailen – hij e-mailde.









Slide 11 - Slide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.

Geen persoonsvorm   








 1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank 
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 12 - Slide

Opdracht
Kies uit:
  • C7, P1: opdr. 1 t/m 7
  • Leesautobiografie
timer
30:00

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Maandag 11 september:
C7, opdr. 1 t/m 7 maken 

Vrijdag 22 september:
Leesautobiografie inleveren (Magister)

Slide 14 - Slide