Thema 3 BS 8, bloedgroepen

Welkom!
1. Ga met maximaal 4 personen in een groepje zitten

2.Je laptop heb je deze les niet nodig! Laat deze in je tas

3. Leg je boek open op blz 232


1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
1. Ga met maximaal 4 personen in een groepje zitten

2.Je laptop heb je deze les niet nodig! Laat deze in je tas

3. Leg je boek open op blz 232


Slide 1 - Slide

Vandaag
korte uitleg Bloedgroepen
zelf aan het werk met opdrachtenbundel



Slide 2 - Slide

Waar heb je mee te maken: Antigeen en Antistof
Antigeen en Antistof?

Slide 3 - Slide

Antigenen
Alle cellen hebben antigenen aan de buitenkant:
  • De antigenen aan de buitenkant van je eigen cellen zijn lichaamseigen
  • Ziekteverwekkers hebben andere antigenen dan jouw eigen cellen, die zijn lichaamsvreemd

Slide 4 - Slide

Antistoffen passen op de antigenen van de indringer en sluiten deze in, waardoor deze onschadelijk wordt gemaakt.

Slide 5 - Slide

Bloedgroepen en bloedtransfusies

Slide 6 - Slide

Antigenen op de bloedcellen
Op je rode bloedcellen zitten antigenen, die noem je ook wel bloedfactoren.

Afhankelijk van welke antigenen er op je rode bloedcellen zitten heb je een bepaalde bloedgroep.



Slide 7 - Slide

Antistoffen in het bloed
Elke bloedgroep heeft de antistoffen in het bloed tegen de antigenen die er niet zijn. Dit is aangeboren.




Slide 8 - Slide

Bloedgroep A
Bloedgroep A heeft antigen A op zijn cellen liggen

in zijn bloed zit antistof B

Slide 9 - Slide

Bloedgroep B
Bloedgroep B heeft antigen B op zijn cellen liggen

in zijn bloed zit antistof A

Slide 10 - Slide

Bloedgroep 0
Bloedgroep 0 heeft geen antigenen op zijn cellen liggen

in zijn bloed zit antistof A en B

Slide 11 - Slide

Bloedgroep AB
Bloedgroep AB heeft antigen A en B op zijn cellen liggen

in zijn bloed zit geen antistoffen

Slide 12 - Slide

Bloedgroepen

Slide 13 - Slide

Klontering
Als je antiB en bloed met bloedcellen met antigeen B samenvoegt gaat het klonteren.


(Het effect van de klontering 
kun je gebruiken om de
bloedgroep van iemand te bepalen).




Slide 14 - Slide

Bloedtransfusie
Klontering moet je vermijden bij een bloedtransfusie.

De antistoffen uit het donorbloed spelen maar een verwaarloosbare rol, het gaat vooral mis door de antistoffen bij de ontvanger!




Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Bloedtranfusie
Om te bepalen welk bloed iemand kan ontvangen moet je dus bepalen welke antistoffen iemand heeft/ maakt.

Bloedgroep A maakt Anti-B en mag dus geen bloedcellen met antigeen B ontvangen. Dit is bloedgroep B en bloedgroep AB.



Slide 17 - Slide

Een makkelijke manier om dat te onthouden is de afbeelding hiernaast!

Slide 18 - Slide

Opdrachten oefenen
Wat? Opdracht 4 (blz 234)
Hoe? De opdrachten maak je alleen en in stilte.
Tijd: 5 minuten
Waarom? Kijken of je de stof begrepen hebt. 
Uitkomst: Formuleer je antwoorden in je schrift en schrijf nette hele zinnen. 
Klaar? Lees basisstof 6 door en maak opdracht 1,2,3,5






timer
5:00

Slide 19 - Slide