Thema 1 Basisstof 1 (Eerste les jaar 1)

Welkom bij biologie

1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij biologie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Wat moet je meenemen dit jaar met biologie?
  • Tekstboek en Elektronische Leeromgeving (Ipad)
  • Hoe werkt het boek?
  • Introductie Het vak biologie
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Wie ben ik?
Anouk Vos

Wat willen jullie van mij weten?

Slide 3 - Slide

Wat moet je allemaal meenemen voor biologie?
  • Boek 1a (en 1b)
  • Laptop
  • Practicum
  • 1 Toets per thema
  • ELO via SOM
  • Pen, HB-potlood, gum, geodriehoek/liniaal, rekenmachine

Slide 4 - Slide

Hoe werkt het boek?
Bladzijde 2 en 3

Slide 5 - Slide

Welke thema's dit jaar?
Neem bladzijde 4 en 5 voor je

Slide 6 - Slide

Opbouw van een Thema

  • Basisstof + Samenhang
  • Extra stof
  • Onderzoek: Leren onderzoeken en practica
  • Afsluiting: Samenvatting + Diagnostische toets 
  • ELO via SOM : Opdrachten, Flitskaarten en Test Jezelf
 

Slide 7 - Slide

ELO op Magister
- Pak allemaal je laptop en ga naar SOM
- Ga binnen SOM naar Leermiddelen en ga naar de ELO van Biologie
- Voer de klascode in: 521621
-Bekijk voor jezelf de ELO
-Maak jij liever je huiswerk in je boek of online?


Slide 8 - Slide

Opdracht 1
Waar denk je bij biologie aan?

Slide 9 - Mind map

Maken
Opdracht 1 t/m 6
Kies nu of je in je boek wil gaan werken of online.
Wissel dit niet meer!

Slide 10 - Slide

Leerdoel van deze les
Aan het einde van deze les kan je:

  • omschrijven wat biologie is
  • onderscheiden wat levend, dood en levenloos is 
  • de zeven levensverschijnselen noemen

Slide 11 - Slide

Instructie Basisstof 1
Wat betekent biologie?

Levend - dood - levenloos

Levensverschijnselen

Slide 12 - Slide

BIOLOGIE
Griekse woorden:

BIOS = leven
LOGOS = leer of wetenschap

Biologie is dus de leer/de wetenschap van het leven

Slide 13 - Slide

Levend - dood - levenloos
Een organisme (levend wezen) dat geen levensverschijnselen meer vertoont, noem je dood. Delen van organismen die niet meer leven, noem je ook dood.

Voorwerpen die nooit geleefd 
hebben (en dat ook nooit gaan doen), noem je levenloos. 

Organisme die levensverschijnselen vertonen, noem je levend.

Slide 14 - Slide

Levensverschijnselen
Levensverschijnselen zijn de kenmerken van het leven.

Er zijn 7 levensverschijnselen:

Waarnemen             Bewegen
Voeden                    Ademhalen
Uitscheiden             Groeien
Voortplanten


Leer ze uit je hoofd
Hoe leer jij iets uit je hoofd?
1
Maak een kleine, simpele, gekke tekening van jezelf. Daarin zijn de 7 levensverschijnselen te zien.... Helpt jou dat om ze te leren?
2
Maak je liever een ezelsbruggetje zodat je de 7 levensverschijnselen kunt onthouden? Helpt jou dat om ze te leren?
3
Als jij aan je lievelingsdier denkt.... of een afbeelding daarvan hebt, kun je dan de 7 levensverschijnselen beter onthouden? 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Ademhalen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Werkboek
Thema 1 Basisstof 1

- Maak opdracht 1 t/m 3
- Klaar? Oefen de begrippen met behulp van de flitskaarten en maak de Test Jezelf op de Ipad

Slide 23 - Slide

Afsluiting
  • Zijn leerdoelen behaald?
Huiswerk
Maken opdrachten basisstof 1 thema 1

Slide 24 - Slide


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 25 - Quiz

Hoe noem je dit levensverschijnsel?
A
plassende hond
B
uitscheiden
C
onderscheiden
D
bewegen

Slide 26 - Quiz

Als een organisme geen levensverschijnselen meer vertoont, noemen we dat:
A
Dood
B
Levend
C
Levenloos

Slide 27 - Quiz


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 28 - Quiz

Wat is een ander woord voor levend wezen?
A
Orgaan
B
Dier
C
Organisme
D
Plant

Slide 29 - Quiz

Sommige planten maken sappen zoals nectar en hars. Deze kunnen ze vervolgens afgeven aan de omgeving. Hoe heet dit levensverschijnsel?
A
voeden
B
voortplanten
C
uitscheiden
D
groeien

Slide 30 - Quiz

Wat is/betekent biologie?
A
leer van het leven
B
een vak op school
C
leer van de natuur
D
leren over dieren

Slide 31 - Quiz

Een organisme vertoont altijd alle levensverschijnselen
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Een plant kan niet alle levensverschijnselen vertonen
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quiz