AVR P2 L12 Werkvolgorde, Schoonmaakplan & Schoonmaakmiddelen

Assistent Verkoop & Logistiek
Periode 02
Opruimen en schoonmaken
Veilig en gezond aan het werk

Les 12
Werkvolgorde, Schoonmaakplan & Schoonmaakmiddelen


1 / 46
next
Slide 1: Slide
WerknemersvaardighedenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Assistent Verkoop & Logistiek
Periode 02
Opruimen en schoonmaken
Veilig en gezond aan het werk

Les 12
Werkvolgorde, Schoonmaakplan & Schoonmaakmiddelen


Slide 1 - Slide


1: Respect
2: Kom op tijd
3: Laptop, boeken en pen mee
4:  Alleen flesje water (geen eten/drinken in lokaal)
5: Geen petten, mutsen en capuchons
6: Telefoon



Afspraken/regels in de klas
Is de les al begonnen? Wacht dan VOOR het lokaal in het zicht van de docent. Zodra de docent het aangeeft mag je naar binnen. 
Gebruik mobiele apparaten alleen wanneer de docent dit aangeeft. 

Slide 2 - Slide

Wat weet jij nog van de vorige les?

Slide 3 - Mind map

Afval verwijderen-afvoeren

Een schone en opgeruimde winkel:​
  • Zorgt ervoor dat de klanten zich er op hun gemak voelen​
  • Zorgt voor een prettige werksfeer​
  • Voorkomt derving​
  • Is hygiënisch​
  • Is veilig

Soorten vuil:
Oud papier​, Glas​, Plastic​,
Restafval​, Gft​ en Klein Chemisch Afval
Opruimen ​
Spullen terugzetten op de juiste plek​
Je gooit afval weg​

Schoonmaken​
Je verwijderd stof en vuil

Waarom afval scheiden?
  1. Beter voor het milieu​
  2. Omgeving ziet er netjes uit​
  3. Het bespaard geld (of levert geld op)​
  4. Afval kost geld en ruimte

Slide 4 - Slide

Lesdoel
  1. Student kan uitleggen wat een schoonmaakplan is en waarom het aanhouden van een werkvolgorde belangrijk is.
  2. Student kan vertellen welke schoonmaakmiddelen er zijn en hoe deze werken.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Voorkennis



Heb jij een werkvolgorde of kan jij vertellen wat een ´werkvolgorde´ is als je gaat schoonmaken? 

Slide 7 - Slide

Regels voor schoonmaken en vaste volgorde 
Er zijn 3 regels
  • Werk van boven naar beneden
  • Werk van schoon naar vies.
  • Werk van droog naar nat.

Slide 8 - Slide

Werkvolgorde
Je houdt bij het schoonmaken een vaste werkvolgorde aan.

Slide 9 - Slide

Werkvolgorde
Je houdt bij het schoonmaken een vaste werkvolgorde aan.

Slide 10 - Slide

Werkvolgorde
Je houdt bij het schoonmaken een vaste werkvolgorde aan.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Opdrachten
Maak opdracht 1 en 2 op je opdrachtenblad

De docent laat voor opdracht 2 de video zien op de volgende slide
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Schoonmaakplan

Slide 15 - Slide

Hoe vaak moeten taken worden uitgevoerd?

Slide 16 - Slide

Schoonmaakplan
Wat?
Wie?
Methode
Frequentie
Kassa
Verkoopmedeweker
Klamvochtig schoonmaken
Dagelijks
Toonbank
Verkoopmedewerker
Klamvochtig
Dagelijks
Lopende band
Verkoopmedewerker
Klamvochtig schoonmaken
Dagelijks
Schappen
Verkoopmedewerker
Klamvochtig schoonmaken
Wekelijks
Ramen
Extern bedrijf
Ramen wissen
Maandelijks

Slide 17 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 3 t/m 6 op je opdrachtenblad


timer
5:00

Slide 18 - Slide

Verhaal
Het begint met James Brown...

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Hoe vaak maak jij thuis of stage schoon?
Elke dag
Wanneer ik zin heb
Als mijn moeder/leidinggevende het aan mij vraagt
2x per week
Als het begint te stinken

Slide 21 - Poll

Verschillende schoonmaakmiddelen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Gebruik van schoonmaakmiddelen
Bij het gebruik van schoonmaakmiddelen let je op het volgende:
Lees het etiket
Volg gebruiksaanwijzing
Juiste dosering
Dop erop

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Schoonmaken leuk?

Slide 26 - Slide

Schoonmaak skills? 
Check de video op de volgende slide...

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Pictogrammen (symbolen)
Schoonmaakmiddelen kunnen gevaarlijke stoffen bevatten. 

De gevaren van een schoonmaakmiddel worden met een pictogram weergegeven.

Slide 29 - Slide

Ontvlambaar
Product kan gemakkelijk vlam vatten 

Zowel stoffen in een vaste  stoffen als vloeistoffen en gassen kunnen ontvlambaar zijn.

 
Voorbeelden: 
spiritus, aceton, smeerolie, wasbenzine en spuitbussen met verf (met brandbare oplosmiddelen).

Slide 30 - Slide

Acute (directe) gezondheidseffecten
Het gezondheidsgevaar van deze producten is minder ernstig dan bij giftige en bijtende stoffen en bij stoffen met een lange termijn gezondheidsgevaar. 

Producten met zo'n symbool leveren bij opname via de mond, ogen of huid en bij inademen irritatie op
 
Voorbeelden:
geconcentreerde reinigingsmiddelen en ontkalker 

Slide 31 - Slide

Lange termijn gezondheidsgevaar
Product kan bij opname via de mond of de huid of bij inademen mogelijk kankerverwekkend zijn of op een andere manier schadelijk voor de gezondheid, bijvoorbeeld voor de voortplanting.


Slide 32 - Slide

Milieugevaarlijk
Producten die – als ze in het milieu terecht komen – schadelijk zijn voor de organismen. 

Deze producten kunnen bijvoorbeeld sterfte van vissen of bijen veroorzaken.
 
Voorbeelden: terpentine, bepaalde gewasbeschermingsmiddelen en stickerverwijderaar

Slide 33 - Slide

Bijtend
Product heeft een vernietigend effect op lichaamsweefsels als huid, ogen en slokdarm en veroorzaakt brandwonden. 

Daarnaast kan het product textiel, hout en metaal aantasten.

Voorbeelden: gootsteenontstopper, verdund zoutzuur (30%) en sterke ontkalkingsmiddelen.

Slide 34 - Slide

Gassen onder druk
Dit zijn samengeperste gassen en vloeibaar gemaakte gassen in gasflessen. 

Blootstellen aan hoge temperaturen kan brand of ontploffen tot gevolg hebben. 

voorbeelden: deodorant, spuitbussen, gascilinders enz.



Slide 35 - Slide

Ontplofbaar
Product kan gemakkelijk exploderen als er een ontstekingsbrons (vonk, vlam, warmte) bij komt. 

Dit zijn producten voor de professionele markt, die u in de super- of bouwmarkt niet zal aantreffen.

Slide 36 - Slide

Oxiderend
Product kan bij contact met andere (brandbare) stoffen heftig reageren en ervoor zorgen dat die stoffen gaan branden. 


Slide 37 - Slide

Giftig
Product kan bij opname door de mond, via de huid of bij inademen ernstig gevaar opleveren en dodelijk zijn. 

Voorbeelden: winterproducten met methanol zoals bepaalde antivriesmiddelen en ontdooiingsmiddelen.

Slide 38 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 7 t/m 12 op je opdrachtenblad


timer
5:00

Slide 39 - Slide

Schoonmaken en het milieu

Slide 40 - Slide

Schoonmaken

Leuk voor je woordenschat of vocabulaire..

Dweilen
Vegen
Boenen
Afdoen
Afkuisen (België)
Lappen
Afnemen
(Af)wassen

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Schoonmaakmaterialen

Slide 43 - Slide

Schoonmaakmaterialen

Slide 44 - Slide

Onzichtbaar vuil
Micro-Organismen
Bacterien, virussen, schimmels en parasieten
De meeste micro-organismen zijn niet schadelijk
Sommige micro-organismen kunnen ons ziek maken

Slide 45 - Slide

Opdrachtenblad
Maak de vragen op je antwoordenblad af
timer
20:00

Slide 46 - Slide