k2 les 38 (persoonsvorm vt)

Nederlands
Pak je spullen erbij.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands
Pak je spullen erbij.

Slide 1 - Slide

Planning
Uitleg over persoonsvorm verleden tijd
Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
Je weet het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden.
Je kent een aantal onregelmatige werkwoorden en kunt deze benoemen.
Je kan werkwoorden in de verleden tijd zetten.

Slide 3 - Slide

Hoe vond je ook alweer de persoonsvorm in de zin?

Slide 4 - Open question

3 soorten werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
 Zwakke werkwoorden
 In de verleden tijd blijft de klank hetzelfde

 Werkwoord zonder –en eindigt op t, k, f, s, ch of p            te(n)
 Werkwoord zonder –en eindigt op andere letter              -de(n)

 Als de ik-vorm al op een –d of –t eindigt           –dde(n) of –tte(n)

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
Bijvoorbeeld:
Ik wacht vandaag
Ik .... gisteren

wachten - en                 wacht
wacht eindigt op 't' en 't' zit in 't kofschip
Dus wachtte

Slide 7 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
Bijvoorbeeld:
Ik huil vandaag
Ik .... gisteren

huilen - en                 huil
Huil eindigt op 'l' en 'l' zit niet in 't kofschip 
Dus huilde 

Slide 8 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
 Sterke werkwoorden
 In de verleden tijd veranderen die van klank

Wrijven                 wreven 
Schrijven            schreven
Schuiven             schoven

Slide 9 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
 Onregelmatige werkwoorden
 In de verleden tijd volgen zij de regels niet.

Hebben, zullen, zijn, willen, kunnen en mogen

Slide 10 - Slide

Het werkwoord 'zingen' is een..... werkwoord
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig

Slide 11 - Quiz

Het werkwoord 'zoenen' is een..... werkwoord
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig

Slide 12 - Quiz

Het werkwoord 'hebben' is een..... werkwoord
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig

Slide 13 - Quiz

Het werkwoord 'vliegen' is een..... werkwoord
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig

Slide 14 - Quiz

Hoe schrijf je deze persoonsvorm in de verleden tijd: 'Zij ... (wachten) heel lang'

Slide 15 - Open question

Hoe schrijf je deze persoonsvorm in de verleden tijd: 'Ze (krabben) de sticker eraf'

Slide 16 - Open question

Hoe schrijf je deze persoonsvorm in de verleden tijd: 'Wij ... (zeuren) over de saaie film'

Slide 17 - Open question

Aan het werk!

Maken: Maak de weektaak af
Taalverzorging 2 Persoonsvorm Verleden tijd

Slide 18 - Slide