Blok 4 spelling persoonsvorm vt

Wat ga je doen?

1. Pak je device.
2. Open de online methode.
3. Open blok 4 spelling opdracht 16.1a
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat ga je doen?

1. Pak je device.
2. Open de online methode.
3. Open blok 4 spelling opdracht 16.1a

Slide 1 - Slide

Planning
Blok 4 spelling opdracht 16 maken
Uitleg over persoonsvorm verleden tijd
Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Opdracht 16 maken
16.1a samen 
16.1b t/m 16.2b zelf maken 
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 4 - Slide

Hoe vond je ook alweer de persoonsvorm in de zin?

Slide 5 - Open question

3 soorten werkwoorden
Klankveranderende werkwoorden
Klankvaste werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
Klankvaste werkwoorden
 In de verleden tijd blijft de klank hetzelfde

 Werkwoord zonder –en eindigt op t, k, f, s, ch of p            te(n)
 Werkwoord zonder –en eindigt op andere letter              -de(n)

 Als de ik-vorm al op een –d of –t eindigt           –dde(n) of –tte(n)

Slide 7 - Slide

T KoFSCHiP X

Slide 8 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
Bijvoorbeeld:
Ik wacht vandaag
Ik .... gisteren

wachten - en                 wacht
wacht eindigt op 't' en 't' zit in 't kofschip
Dus wachtte

Slide 9 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
Bijvoorbeeld:
Ik huil vandaag
Ik .... gisteren

huilen - en                 huil
Huil eindigt op 'l' en 'l' zit niet in 't kofschip 
Dus huilde 

Slide 10 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
Klankveranderende werkwoorden
 In de verleden tijd veranderen die van klank.
Je schrijft wat je hoort!

Wrijven                 wreven 
Schrijven            schreven
Schuiven             schoven

Slide 11 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
 Onregelmatige werkwoorden
 In de verleden tijd volgen zij de regels niet.

Hebben, zullen, zijn, willen, kunnen en mogen

Slide 12 - Slide

Het werkwoord 'zingen' is een..... werkwoord
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig

Slide 13 - Quiz

Het werkwoord 'zoenen' is een..... werkwoord
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig

Slide 14 - Quiz

Het werkwoord 'hebben' is een..... werkwoord
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig

Slide 15 - Quiz

Hoe schrijf je deze persoonsvorm in de verleden tijd: 'Zij ... (wachten) heel lang'

Slide 16 - Open question

Hoe schrijf je deze persoonsvorm in de verleden tijd: 'Ze (krabben) de sticker eraf'

Slide 17 - Open question

Aan de slag!
Maken: b/k blok 4 spelling opdracht 17.1-6 t/m 18b
t/h maakt hetzelfde

Hoe: in stilte

klaar? Bijspijkeren spelling 3.9 opdracht 1 t/m 5

Slide 18 - Slide