Les 7 (Week 13, 4/04)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

1HV1 Première leçon

Les objectifs :

• Ik snap de regels van het delend lidwoord.
• Ik kan 4 verschillende vormen van get delend lidwoord noemen.

Le programme :

• Quiz het delend lidwoord na 4 ww
• Au travail: Chap 8 (1 à 6) - ex. 5abc p.121
• Slimtampen bron A,B,C,D

vendredi 4 avril

Wat zijn de delende lidwoorden?

1. le / la / l' / les
2. un / une / des
3. du / de la / de l' / des

Wat gebeurt als een lidwoord na een werkwoord zoals "aimer, adorer, préférer, détester" komt?

1. je gebruikt dan een woord van hoeveelheid (un paquet, un verre, ect..)
2. je gebruikt de of d'
3. het delend lidwoord bestaat dan niet
4. je gebruikt de gewone lidwoorden (le,la,l',les)

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je déste ...... eau sans sirop.

1. l'
2. la
3. de l'
4. le

Kies het juiste delend lidwoord:
Nous préférons ...... salades césar.

1. les
2. la
3. de la
4. des

Vul het juiste delend lidwoord in:
J'adore ...... soupe (v) à l'oignon.

1. de
2. la
3. le
4. les

Kies het juiste delend lidwoord:
Amélie aime ...... pain.

1. le
2. de le
3. du
4. l'

Delend lidwoord na ww van voorkeur
Welke zin is goed?

1. Au petit-déjeuner, j'aime boire de le lait
2. Au petit-déjeuner, je déteste le lait
3. Au petit-déjeuner, j'aime du lait
4. Au petit-déjeuner, je bois des lait

Chapitre 8 - deel chap 1 à 6 p.121 - ex 5

A - Kies het juist delend lidwoord.

B - Kijk naar het boodschappenlijst en maak 5 zinnen met du, de la, de l', des, de of du.

C - Traduis (vertaal).

Klaar? Maak de slimstampen van bron A,B,C,D op je computer.

5abc

Chapitre 5 - ex. 10 p.18

10a

Les réponses (de antwoorden)

signaalwoorden: c'est pourquoi, depuis, donc, car, d'abord

Voorbeld zinnen:

1. Plus tard, je veux devenir (worden) cuisinier.

2. C'est un métier (een beroep) difficile.

3. Mon frère est jeune (jong) il a 10 ans.

 

10b

Les devoirs pour lundi 7 avril

Apprendre bron A,B,C,D van chapitre 5

opgeladen laptop mee