This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Blok 4 Lezen
Opdracht 4/5
Slide 1 - Slide
Wat zijn de hoofdzaken van de tekst?
Slide 2 - Mind map
Hoofdzaken
Informatie uit de kernzinnen
De kernzin is de belangrijkste zin uit een alinea.
Bijzaken
Informatie uit de bijzinnen:
- Voorbeelden
- Toelichting
Slide 3 - Slide
Hoe maak je de hoofdgedachte van de tekst?
Slide 4 - Mind map
De hoofdgedachte
= wat de schrijver aan de lezer wil vertellen
- één zin
- is geen vraagzin
- niet beginnen met een vraagwoord
- niet beginnen met "dat"
Slide 5 - Slide
De hoofdgedachte
= is een samenvatting van de kernzinnen
Bevat informatie over
- wie
- wat
- optioneel: waar, wanneer, waarom, hoe
Slide 6 - Slide
Lees tekst 6 grondig
Slide 7 - Slide
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 8 - Mind map
Mogelijk antwoord
Het beroep hofnar in de middeleeuwen.
Slide 9 - Slide
Schrijf vijf hoofdzaken uit de tekst op.
Slide 10 - Mind map
Vijf hoofdzaken
De nar vermaakte de koning of koningin.
Daardoor verminderde het aantal afgehakte hoofden.
Hij trad vaak op tijdens maaltijden.
Hij kon van een lagere klasse opklimmen tot aan het hof.
Lichamelijke misvorming was een pluspunt.
Slide 11 - Slide
Schrijf de hoofdgedachte van de tekst op.
Slide 12 - Mind map
Een mogelijk antwoord
Een hofnar in de middeleeuwen klom vaak vanuit de lagere klasse op tot aan het hof, hij vermaakte de koning(in) door op te treden tijdens maaltijden, hierdoor daalde het aantal afgehakte hoofden.