Werkloosheid

Wat is geen oorzaak van structurele werkloosheid in Nederland?
A
Diepte-investeringen
B
Koersstijging euro tov van dollar, yen en yuan
C
Verplaatsing productie naar Vietnam
D
(Tijdelijk) inzakken wereldhandel
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat is geen oorzaak van structurele werkloosheid in Nederland?
A
Diepte-investeringen
B
Koersstijging euro tov van dollar, yen en yuan
C
Verplaatsing productie naar Vietnam
D
(Tijdelijk) inzakken wereldhandel

Slide 1 - Quiz

Als de overheid de conjuncturele en structurele werkloosheid wil verlagen zal het effect het grootst zijn als de overheid:

A
De loonbelasting en de sociale premies voor de werknemer verlaagt
B
Er voor zorgt dat de loonkosten dalen en de nettolonen stijgen
C
De loonkosten verhoogt en de koopkracht stijgt
D
Door de sociale premies voor de werkgever te verminderen

Slide 2 - Quiz

De directie van een textielbedrijf besluit de fabriek in Enschede te sluiten en de productie te verplaatsen naar China, omdat daar de lonen lager liggen. Door het besluit van de directie stijgt in Twente
A
De kwalitatief structurele werkloosheid
B
De conjuncturele werkloosheid
C
De kwantitatief structurele werkloosheid
D
De frictiewerkloosheid

Slide 3 - Quiz

Conjuncturele werkloosheid kan het gevolg zijn van ...
A
Het bereiken van de bovengrens van de totale productiecapaciteit
B
Een sterke toename van de onverkochte voorraden bij de ondernemingen
C
Een sterke toename van de effectieve vraag
D
Reorganisaties bij verliesgevende bedrijven

Slide 4 - Quiz

Een verlaging van sociale premies werkgever en de loonbelasting door de Nederlandse overheid zou kunnen leiden tot een verlaging van:
I.de structurele werkloosheid
II. de conjuncturele werkloosheid.
Welke bewering is goed of fout?

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 5 - Quiz

Een verhoging van de overheidsbestedingen wordt in het algemeen gezien als een goede maatregel ter bestrijding van de .....
A
Frictiewerkloosheid
B
Conjuncturele werkloosheid
C
Structuurwerkloosheid
D
Natuurlijke werkloosheid

Slide 6 - Quiz

Een voorbeeld van verborgen werkloosheid is:
A
Als mensen wel een baan hebben, maar er eigenlijk geen werk voor hen is.
B
Als de werklozen stiekem een baantje hebben.
C
Als mensen een werkloosheidsuitkering aanvragen zonder daarop recht te hebben.
D
Als mensen op school zitten, maar intussen werk zoeken

Slide 7 - Quiz

Structuurwerkloosheid kan ontstaan doordat ......
A
de overheid geen anticyclisch begrotingsbeleid voert.
B
een deel van de productiecapaciteit onbenut blijft
C
de effectieve vraag plotseling een sterke daling vertoont.
D
een deel van het arbeidsaanbod te weinig scholing heeft.

Slide 8 - Quiz

Wanneer in Nederland, vergeleken met het buitenland, de lonen sneller stijgen, zullen de bedrijven:
I. kapitaalintensieve productie verplaatsen naar het buitenland;
II. meer geld steken in het ontwikkelen van kapitaalintensieve technieken.
Welke bewering is goed of fout?

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 9 - Quiz

Wanneer de economie zich in een crisis/laagconjunctuur bevindt kan een econoom pleiten voor:
I. een belastingverlaging om daarmee de bestedingen te vergroten.
II. een renteverhoging om daarmee inflatie tegen te gaan.
Welke bewering(en) is/ zijn goed?

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 10 - Quiz

De bezettingsgraad is ......
A
productie/productiecapaciteit
B
productiecapaciteit/productie
C
afzet/productie
D
productie/afzet

Slide 11 - Quiz

De arbeidsmobiliteit stijgt als:
I de overheid verhuissubsidies geeft, wanneer mensen voor hun werk moeten verhuizen.
II de overheid de openbaarvervoerverbindingen verbetert.

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 12 - Quiz