Een telefoongesprek voeren

Een telefoongesprek voeren
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Een telefoongesprek voeren

Slide 1 - Slide

DOEL


- je kunt een kort telefoongesprek voeren met iemand die je niet goed kent

spreken en gesprekken

Slide 2 - Slide



Kijk naar een

grappig telefoongesprek

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Een telefoongesprek...

...met iemand die je kent:


- Bereid je niet altijd voor

- Kan je 'zomaar' voeren

Slide 5 - Slide

Een telefoongesprek...

...met iemand die niet je kent:


- Bereid je voor



Je kunt bellen, omdat:

- je een klacht hebt

- je een afspraak wil maken

- je informatie nodig heb

Slide 6 - Slide

Hoe reageer jij?

Je belt een klasgenoot om te vragen wat het huiswerk voor biologie is. De telefoon gaat over en als er wordt opgenomen, hoor je:


‘Goedemorgen, u spreekt met Jasper Koster van tuincentrum Life and Garden. Waarmee kan ik u helpen?’

Slide 7 - Slide

Hoe reageer jij?


Ben je wel eens gebeld door iemand die

het verkeerde nummer had gebeld?


Slide 8 - Slide

Wat zeg jij?

Je hebt een koptelefoon gekocht. Als je de koptelefoon thuis uitpakt, blijkt hij beschadigd te zijn. Er zit een scheurtje in een van de oorkussens. Op de kassabon staat een telefoonnummer. Je belt direct. Je krijgt iemand aan de lijn die zegt: '

Goedemiddag, u spreekt met Tom Bos van de Mediashop. Waarmee kan ik u helpen?'


Slide 9 - Slide

Wat zeg jij?


Tom Bos zegt: ‘Dat is wel vervelend, zo’n scheur.’


Slide 10 - Slide

Wat zeg jij?


Tom Bos zegt: ‘We spreken dus af dat u volgende week langskomt om de koptelefoon te ruilen. Fijne dag verder.’


Slide 11 - Slide

VOICEMAIL inspreken

Stel: je hebt morgen om 14.00 uur een afspraak bij de orthodontist en je wil die afspraak verplaatsen naar volgende week. Als je opbelt om te vragen of dit kan, krijg je de voicemail.


Schrijf op wat je inspreekt. 


Denk aan de 5w en H-vragen!

Slide 12 - Slide

VOICEMAIL inspreken

Een paar leerlingen lezen hun voicemailbericht voor.

Controleer het bericht met deze vragen:             


- Stelt je klasgenoot zich voor met voor- en achternaam?   

- Zegt je klasgenoot waarvoor hij/zij belt?

- Spreekt je klasgenoot de ander aan met ‘u’?            

- Noemt je klasgenoot zijn of haar telefoonnummer of e-mailadres?            

- Beëindigt je klasgenoot het bericht met een groet?

Slide 13 - Slide

Casus (situatie)
Je gaat telefonisch een reis boeken voor jou en een vriend/vriendin. Je wilt graag op een surfvakantie naar Frankrijk.  https://www.vakantievoortieners.nl/leuke-surfvakantie-in-frankrijk-met-tieners/
De site is plots niet meer bereikbaar en je zal het telefonisch moeten regelen. Je wilt graag eind juli op vakantie. 

Slide 14 - Slide