Voorbijganger, zoeker en klant: cliënten hebben vaak geen ziektebesef. Ervaren zelf geen klachten, maar hun omgeving wel.
Men gaat uit van 3 typen cliënten en richt daar de begeleiding op:
De voorbijganger zonder hulpvraag: de cliënt ervaart zelf geen probleem, hulp wordt ingeschakeld door familie. Begeleiding is gericht op het vergroten van het ziektebesef. Je moet aansluiten bij belevingswereld zonder te oordelen.
De zoeker met een vage hulpvraag: de cliënt ervaart wel een probleem, maar is zelf niet in staat om hulp te vragen. Je begeleidt bij het ordenen van de huidige situatie. Maak gebruik van de oplossingsgerichte benaderingswijze.
De klant met een duidelijke hulpvraag: de cliënt weet dat er iets aan de hand is en dat er iets moet gebeuren. Begeleiden gericht op het aanreiken van oplossingen.