Spelling thema 3 test Taalactief

Thema 3 spelling
Spellingregels 
woorden met -ei- en -ij-
woorden met be-,ge- en ver-
woorden met -lijk, -ig, -te
woorden met -d en -t
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Thema 3 spelling
Spellingregels 
woorden met -ei- en -ij-
woorden met be-,ge- en ver-
woorden met -lijk, -ig, -te
woorden met -d en -t

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Aan het einde van deze les kun je deze spellingregels toepassen bij het schrijven van woorden. 

Slide 2 - Slide

Woorden met -ei

Slide 3 - Mind map

woorden met be- en ge- en ver-

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Luister naar de juf en typ het woord. Denk goed aan de spellingregels!

Slide 12 - Open question

Luister naar de juf en typ het woord. Denk goed aan de spellingregels!

Slide 13 - Open question

Luister naar de juf en typ het woord. Denk goed aan de spellingregels!

Slide 14 - Open question

Luister naar de juf en typ het woord. Denk goed aan de spellingregels!

Slide 15 - Open question

Luister naar de juf en typ het woord. Denk goed aan de spellingregels!

Slide 16 - Open question

Luister naar de juf en typ het woord. Denk goed aan de spellingregels!

Slide 17 - Open question

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 18 - Open question

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 19 - Open question

Luister naar de juf en typ het woord. Denk goed aan de spellingregels!

Slide 20 - Open question

Welk woord is niet goed geschreven?
A
vrolijk
B
jarig
C
makkelijk
D
Nedurland

Slide 21 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
kad
B
hand
C
hont
D
tant

Slide 22 - Quiz

Ik kan de spellingregels die we in deze les geleerd hebben goed toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll