3.2 Nederland en de wereld (A)

Historische Context: Nederland (1848-2008)
3.2 Nederland en de wereld (A) 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Historische Context: Nederland (1848-2008)
3.2 Nederland en de wereld (A) 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 
1. Leerdoelen terugkoppeling
2. Leerdoelen
3. Theorie
4. Beeldmateriaal
5. Leerdoelen terugkoppeling
6. Aan de slag en huiswerk

Slide 2 - Slide

Leerdoelen terugkoppeling

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat het poldermodel is

2. Je kunt verklaren waarom de verzorgingsstaat versoberd werd.

3. Je kunt voor- en nadelen noemen van globalisering. 

Slide 4 - Slide

Theorie
De overheid slaagde er niet in de economische crisis die begon met de tweede oliecrisis, de baas te worden. Het dieptepunt kwam in 1982.  

Opschrijven:
Nederland had in 1982 te maken met een grote economische crisis. Dit kwam door o.a. de eerste en tweede oliecrisis. Verhouding werkende mensen en mensen met een uitkering raakte uit balans. 

Slide 5 - Slide

Theorie
Op een gegeven moment stonden tegenover honderd personen met een betaalde baan, vijfentachtig mensen met een uitkering. 

Iets wat Nederland door Willem Drees was geworden eiste nu zijn tol. De .... werd te duur. Welk woord zoek ik hier? 

Slide 6 - Slide

Theorie
In 1982 werd Ruud Lubbers premier. Dat bleef hij tot 1994 en daarmee was hij de langst regerende minister-president van ons land (?).


Slide 7 - Slide

Theorie
De manier waarop Lubbers te werk ging was door steeds overleg te voeren. Overheid met werkgevers met werknemers. 
Lubbers zocht hierin steeds naar een compromis? 

Ook vond Lubbers dat de overheid zich moest terugtrekken uit allerlei economische sectoren zoals postbezorgingsbedrijf, de telefoonmaatschappij, de spoorwegen en zelfs een bank waren niet meer het bezit van de overheid. Dit werd allemaal geprivatiseerd. 

Slide 8 - Slide

Theorie
Opschrijven:
Ruud Lubbers (1982-1994, CDA) was minister-president van Nederland. Hij moest stevig bezuinigen door een economische crisis. 

Hij bedacht het Poldermodel: hier gaan overheid, werkgevers en werknemers steeds met elkaar in gesprek en proberen tot een compromis te komen, een afspraak waarbij iedereen water bij de wijn doet. 

Slide 9 - Slide

Theorie
Ook werd het krijgen van een uitkering steeds strenger. Er moest ergens geld vandaan komen. 

Maar aan het einde van de jaren tachtig begon de economie zich te herstellen. De inkomens stegen in de jaren negentig met 25%. Hoogste stijging sinds de jaren zestig. 

Opnieuw ging men in Nederland overdadig consumeren. Twee auto's, vakantie (meerdere keren per jaar) werd normaal. 

Slide 10 - Slide

Theorie
De economische groei had ook te maken met het wegvallen van veel handelsbelemmeringen (!). Ze mochten binnen Europa de meeste goederen vrij worden vervoerd, zonder uitgebreide grenscontroles. Nederland drong in 1991 aan in Europa op het invoeren van een gezamenlijke munt. 

Opschrijven: 
Verdrag van Maastricht (1992): afspraak waarbij EU kiest voor gezamenlijke munt = Euro.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Theorie
Europa en de wereld globaliseerde. 

Globalisering: proces van het openstellen van grenzen tussen landen waardoor personen, goederen en diensten zich gemakkelijker over de hele wereld kunnen verspreiden. 

Slide 13 - Slide

Theorie
Globalisering
Voordelen: 
  • in en uitgaan van personen en diensten makkelijker
  • beter voor de handel tussen de landen onderling
Nadelen: 
  • meer buitenlandse concurrentie
  • bedrijven nemen productie mee naar buitenland
  • wegvallen eigen nationaliteit

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat het poldermodel is

2. Je kunt verklaren waarom de verzorgingsstaat versoberd werd.

3. Je kunt voor- en nadelen noemen van globalisering. 

Slide 15 - Slide