Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom!
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les...
..kun je de verschillende functies van een inleiding en slot herkennen en toepassen in een tekst.
kun je de verschillende aandachtstrekkers in een inleiding van een tekst herkennen.
Slide 2 - Slide
Inleiding
Middenstuk
Slot
Indeling tekst
Slide 3 - Slide
In de inleiding wordt duidelijk gemaakt waar de tekst over gaat. Vaak gebeurt dat met iets uit de actualiteit, een voorbeeld (zoals een anekdote), iets wat voor persoonlijk belang is voor de lezer, de aanleiding of cijfers rondom een probleem. Daarmee wordt de lezer nieuwsgierig naar de rest van de tekst.
zijn standpunt te geven
een probleem te formuleren d.m.v. een probleemstelling
Inleiding (1)
Slide 4 - Slide
Daarnaast wordt het onderwerp geïntroduceerd door:
een hoofdvraag (even evt. deelvragen te stellen)
zijn standpunt te geven
een probleemte formuleren d.m.v. een probleemstelling
Inleiding (2)
Slide 5 - Slide
Vanaf het midden van de vijftiende eeuw tot het midden van de negentiende eeuw werd het steeds kouder. Dat was een gevolg van klimaatverandering. De klimaatschommelingen in die periode noemen we de Kleine IJstijd. Welke invloed hadden die schommelingen op het dagelijkse leven? Zijn de oorzaken en de gevolgen van klimaatverandering te vergelijken met die van onze tijd?
Hoofdvraag
Slide 6 - Slide
Helaas worden maar al te vaak de voordelen van kernenergie over het hoofd gezien. Die wegen ruimschoots op tegen de nadelen. Naar mijn mening is kernenergie dan ook essentieel om klimaatverandering tegen te gaan.
Standpunt
Slide 7 - Slide
Dat scholieren weinig waarde hechten aan democratie is volgens de onderzoekers een groot probleem. Het brengt mogelijk de democratie in Nederland in gevaar. Wie de democratie niet waardeert, gaat namelijk op latere leeftijd ook niet stemmen en voelt zich dus ook steeds minder vertegenwoordigd door de verkozen politici. Daardoor daalt het vertrouwen in het democratisch stelsel alleen maar verder.
Probleem
Slide 8 - Slide
Shoppen tussen het afval
[1]
In Amsterdam is tijdelijk – ter gelegenheid van SAIL – een bijzondere supermarkt te vinden. De schappen zijn netjes gevuld, maar van dichtbij maken de producten een wat verfomfaaide indruk. Dat is ook niet zo gek, want alle producten zijn onlangs uit het Amsterdamse IJ gevist. Welkom in de Plastic Soupermarket!
Slide 9 - Slide
Deze inleiding..
A
begint met een voorbeeld (anekdote)
B
begint met cijfers rondom een probleem
C
begint met iets wat voor persoonlijk belang is
D
begint met een aanleiding
Slide 10 - Quiz
[1] Honderden vrienden op Facebook? Het staat misschien stoer, maar het kunnen onmogelijk allemaal echte vrienden zijn. Dit beweren onderzoekers van de universiteit van Oxford, melden Britse kranten. Volgens het onderzoek zijn mensen in staat om tot honderdvijftig vriendschappen te onderhouden. Tot meer vriendschappen is het menselijk brein niet in staat. Sociaal netwerken via internet heeft hierin geen verandering gebracht.
Honderdvijftig Facebookvrienden maximaal
Slide 11 - Slide
Deze inleiding..
A
begint met een voorbeeld (anekdote)
B
begint met cijfers rondom een probleem
C
begint met iets wat voor persoonlijk belang is
D
begint met een aanleiding
Slide 12 - Quiz
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
(echte) vriendschappen
B
sociaal netwerken
C
het menselijk brein
D
Facebook
Slide 13 - Quiz
Ook het slot van een tekst kan uit één of meer alinea’s bestaan.
Daarin formuleert de schrijver vaak de hoofdgedachte van de tekst: het antwoord op de hoofdvraag, een herhaling van het standpunt of de oplossing voor het probleem.
Slot
Slide 14 - Slide
Vaak is de hoofdgedachte een conclusie of een samenvatting.
Die kan de schrijver aanvullen met een aanbeveling (advies) of een toekomstverwachting.
Hij gebruikt daarbij signaalwoorden die wijzen op die functies, zoals daarom, kortom, al met al en dus. Soms sluit de schrijver in het slot aan bij de inleiding, zodat de tekst mooi ‘rond’ is.