3.3 Identiteit

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

§ 3.1 Cultuur

§ 3.2 Socialisatie

§ 3.3 Identiteit

§ 3.4 Wat is normaal?

H3 Cultuur en Identiteit

• Je kunt uitleggen wat identiteit, identificatie en groepsidentificatie betekenen.
• Je kunt voorbeelden noemen van groepen waar jij je mee identificeert. 

• Je kunt uitleggen wat groepsnormen en groepsdruk zijn.

• Je kan uitleggen wat een generatieconflict is.

Leerdoelen

• Identiteit

• Identificatie

• Groepsidentificatie

• Groepsnormen

• Groepsdruk

• Generatieconflict

In deze paragraaf

Identiteit en identificatie

Iedere persoon heeft zijn eigen identiteit            je persoonlijkheid, gevormd door alle kenmerken en ervaringen die bij jou horen.

Een deel van je identiteit is aangeboren, en een deel is aangeleerd door socialisatie en ervaringen.

Bij identificatie herken je bepaalde kenmerken van jezelf in de ander.

Groepsidentificatie

Groepsidentificatie

Je voelt je verbonden met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt.

Bijvoorbeeld:

• Geloof
• De plaats waar je woont
• Door dezelfde hobby’s of interesses
• Gezamenlijk probleem of belang

Groepsnormen

Elke groep heeft groepsnormen             ongeschreven regels die bij een bepaalde groep horen.

Soms hebben groepsnormen zoveel invloed, dat er groepsdruk

ontstaat: het gevoel dat je je móét aanpassen aan de gewoonten

van de groep.

Generatieconflict

Bijvoorbeeld over:

• Uitgaan
• Kleding
• Gamen
• Telefoongebruik

Jongeren hebben soms andere waarden en normen dan hun ouders. Dit kan leiden tot een generatieconflict: een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd.

Aan het werk:

Ga in stilte aan het werk met alle opdrachten die horen bij H3.3.

Zorg dat je tot hier alle opdrachten van H2 en H3.1 en 3.2 gemaakt hebt. 

Je persoonlijkheid, alle kenmerken en ervaringen die bij jou horen.

1. identiteit
2. groepsidentificatie
3. groepsnormen
4. groepsdruk

Ongeschreven regels die bij een bepaalde groep horen.

1. identiteit
2. groepsidentificatie
3. groepsnormen
4. groepsdruk

Je voelt je verbonden met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt.

1. identiteit
2. groepsidentificatie
3. groepsnormen
4. groepsdruk

Het gevoel dat je je móét aanpassen aan de gewoonten van de groep.

1. identiteit
2. groepsidentificatie
3. groepsnormen
4. groepsdruk