Herschrijf de volgende zinnen
1. Het team heeft haar tactiek gewijzigd.
2. Het meisje die ons hielp ken ik nog van vroeger.
3. Franse kazen zijn populair en daar wordt dan ook enorm veel kaas geproduceerd.
4. De schoolleiding heeft de leraren gemaild dat ze morgen een studiedag hebben.
5. Het Rotterdam die in dat boek wordt beschreven herken ik uit mijn jeugd.
6. De regering heeft niet goed geluisterd naar zijn burgers.
7. Het bestuur heeft haar leden gevraagd zo snel mogelijk te reageren.
8. In het voorstel, die hij deed stonden nog veel onduidelijkheden.
9. De voorstelling was een enorm succes omdat het zo goed georganiseerd was.
10. De golfleraar vroeg mijn vader nog even te zoeken naar de golfclub die hij vergeten was.
11. Het geld wat hij geleend had, was al snel opgemaakt.
12. De directie heeft zijn personeel toegesproken.