1. Intro 'mi casa' (bijvoeglijk naamwoorden)

¡Hola!
1 / 30
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with text slides.

Items in this lesson

¡Hola!

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  • Toets bespreken
  • Leerdoelen nieuwe periode
  • Korte uitleg portfolio opdracht
  • ¡A trabajar!
  • Los deberes
Sevilla

Slide 2 - Slide

Bespreken proefwerk
AANDACHTSPUNTEN:

  • Lees de vraag goed (Nederlands antwoorden of bij de lidwoorden stonden ze er letterlijk bij)
  • Leesvaardigheid: Geef echt alleen antwoord op de vraag. 
  • Persoonlijke voornaamwoorden: yo, tú, él, ella, usted, nosotros, vosotros, ellos, ellas, ustedes.
  • E bespreken we samen klassikaal, hoe zat het ook alweer?
  • F het werkwoord ser: soy/eres/es/somos/sois/son
  • Schrijfvaardigheid:
    - Vertel waar je vandaan komt: Soy de Holanda, Soy holandés, Soy de Helmond
    - Vertel waar je woont: Vivo en Holanda, Vivo en Helmond. 
    - Let op: cumpleaños (schrijf je met een u)

Slide 3 - Slide

Werkwoorden die eindigen op -ar
yo
o
as
él/ella/usted
a
nosotros
amos
vosotros
áis
ellos/ellas/ustedes
an
Voorbeeld:            NADAR (zwemmen)
1. Je haalt -ar van het hele werkwoord af (stam)
2. Je plakt de juiste uitgang achter de stam.

yo nado
tú nadas
él/ella/usted nada
nosotros nadamos
vosotros nadáis 
ellos/ellas/ustedes nadan
Deze periode leer je ook de werkwoorden te vervoegen die op ER/IR eindigen. Vind je AR nog moeilijk, stel dan gerust vragen!

Slide 4 - Slide

Módulo 2

Mi casa

Slide 5 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van deze periode kan ik
 mijn voorkeur en mijn mening geven
en kan ik vertellen hoe mijn (tiny) huis eruit ziet. 
Casa batlló
Barcelona
Gaudí (arquitecto)

Slide 6 - Slide

Portfolio opdracht

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Rubric

Slide 9 - Slide

Módule 2 - mi casa
  1. Ga naar magister
  2. Open studiewijzers
  3. Open Spaans domein leerjaar 1 
  4. Open bij het kopje module > 'Mi casa 2020-2021'
  5. Voeg toe aan de boeken app
  6. Open vervolgens Lesson Up (intro mi casa) en ga zelfstandig aan de slag met ¡A trabajar!

Slide 10 - Slide

¡A trabajar!
Open je libro del alumno op pagina 30.
Bekijk de foto en maak opdracht 1.

Klaar? Maak dan ook opdracht 1 
op pagina 32.
Barcelona

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

X
X
X
X

Slide 14 - Slide

1A. animal (dier)

1B. asignatura (schoolvak)

1C. deporte (sport)

1D. comida (eten)

1E. número (getal)

1F. páis (land)

Slide 15 - Slide

La Sagrada Familia
Of dat gaat lukken is afhankelijk van het aantal mensen dat geld geeft aan de kerk. Het is een 'verzoeningskerk'. Dat betekent dat de bouw alleen maar betaald mag worden door donaties. De entreeprijs van de kerk is verhoogd, waardoor de bouw nu sneller gaat. 

Voor €15,- per persoon kan je de kerk bezoeken.
'De heilige familie'
De bouw van deze katholieke basiliek is al begonnen in 1882, maar is nog steeds niet af! Ze verwachten dat de kerk in 2026 af is.
Barcelona

Slide 16 - Slide

Luistervaardigheid
         Open je module op pagina 13 en beantwoord de vragen.

Slide 17 - Slide

1. Van welke plek laat Juan foto’s zien?
a. Madrid
b. Mexico
c. Barcelona


2. Waar komen Karen en Mateo vandaan?
a. Spanje
b. Italië
c. Mexico


3. Juan vindt de mensen (la gente)
a. bonita y bellísima
b. favorita y interesante
c. simpática y amable
Luistervaardigheid

Slide 18 - Slide

1. Van welke plek laat Juan foto’s zien?
a. Madrid
b. Mexico
c. Barcelona


2. Waar komen Karen en Mateo vandaan?
a. Spanje
b. Italië
c. Mexico


3. Juan vindt de mensen (la gente)
a. bonita y bellísima
b. favorita y interesante
c. simpática y amable
Luistervaardigheid

Slide 19 - Slide

1.4 hablar de preferencias

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

el animal

Slide 22 - Slide

¡Vamos a hablar!
1. Vraag aan je groepsgenoten wat zij leuk vinden. Schrijf het op. 
Voorbeeld: ¿Cuál es tu deporte favorito? - Mi deporte favorito es el fútbol. 

2. Je vertelt in het Spaans aan de rest van de klas wat je klasgenoten leuk vinden. 
Voorbeeld: El deporte favorito de (naam) es el fútbol.

Slide 23 - Slide

¡Información muy importante!

Zorg dat je aantekeningen maakt in je schrift!

Slide 24 - Slide

1. Iedereen beluistert in stilte met oortjes in onderstaande video. In deze video wordt het bijvoeglijk naamwoord uitgelegd. 

2. Je gaat in je groepje aan elkaar uitleggen hoe het werkt. Heeft iedereen het begrepen? Maak aantekeningen in je schrift. 

Slide 25 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Het oude huis                       La casa antigua
Het mooie huis                     La casa bonita
De rode kast                           El armario rojo
De lelijke kast                         El armario feo

Let op:
In het Spaans staat het bijvoeglijk naamwoord (bijna altijd) achter het zelfstandig naamwoord.
Een woord wat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. (Een zelfstandig naamwoord zijn alle woorden waar je de/het/een voor kan zetten.)

Slide 26 - Slide

Meervoud
In periode 1 heb je geleerd hoe je meervoudsvormen maakt:
Eindigt een woord op een klinker? +S
Eindigt een woord op een medeklinker? +ES





Let op: In het Spaans pas je dus alle woorden aan naar het meervoud!


De oude huizen                      Las casas antiguas
De mooie huizen                    Las casas bonitas
De rode kasten                        Los armarios rojos
De lelijke kasten                      Los armarios feos

Slide 27 - Slide

Er zijn twee groepen 
bijvoeglijk naamwoorden
Groep 1
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
o
a
meervoud
os
as
Groep 2
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
basiswoord
basiswoord
meervoud
+s of +es
+s of +es
Woorden die eindigen op -0
Woorden die niet eindigen op -0
Bonito - Bonita
Bonitos - Bonitas         (mooi)

Una casa bonita - Un libro bonito
Verde - Verde
Verdes - Verdes            (groen)

Una casa verde - Un libro verde

Slide 28 - Slide

Mannelijk of vrouwelijk?
Hoe weet je ook alweer of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is?

Mannelijke woorden eindigen op: o, or, aje
armario(kast), comedor(eetkamer), garaje(garage)

Vrouwelijke woorden eindigen op: a, ción, sión, dad, tad
casa(huis), estación(station), versión(versie) navidad(kerst), amistad(vriendschap)

Extra uitleg?
Zie module pagina 17/18/19

Slide 29 - Slide

Los deberes
Miércoles el nueve de diciembre (quinta hora)
Maken: opdracht 1, 2, 3 en 4. 
Libro del alumno (tekstboek) pagina 34.

Leren: woordenschat 1.4


Noteer het goed in je leefboek!


Slide 30 - Slide