H4beco. H18. 01-02. Vreemd vermogen

Vreemd vermogen
1 / 15
next
Slide 1: Mind map
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vreemd vermogen

Slide 1 - Mind map

Aan het eind van de les kan je
- het verschil tussen een geldnemer en geldgever uitleggen;

- een onderhandse en achtergestelde lening omschrijven;

- een hypothecaire lening omschrijven;

Slide 2 - Slide

Peter leent €2.500 voor zijn bedrijf van de bank. Peter is
A
geldgever
B
geldnemer

Slide 3 - Quiz

Peter leent €2.500 voor zijn bedrijf van de bank. De bank is
A
geldgever
B
geldnemer

Slide 4 - Quiz

Geldgever vs. geldnemer
Geldgever verstrekt de lening (= bank, familie, vrienden, andere onderneming)

Geldnemer leent het geld (= Peter, de onderneming)

Slide 5 - Slide

Onderhandse lening


Verstrekt
Geldgever --------------> geldnemer

Bank --------------> Peter




Slide 6 - Slide

Onderhandse lening
Lang lopende lening

Eén geldverstrekker


Slide 7 - Slide

Onderhandse lening
Voordelen
  • Direct overleg
  • nauwelijks bijkomende kosten (afsluit- of bemiddelingskosten)


Slide 8 - Slide

Onderhandse lening
Nadeel
  • Soms worden niet alle afspraken even goed vastgelegd.


Slide 9 - Slide

Onderhandse lening = achtergestelde lening

Hoeft pas terugbetaald te worden als alle andere schulden zijn terug betaald.

Slide 10 - Slide

Hypothecaire lening
Onroerende zaak als onderpand

Geldgever = hypotheeknemer
Geldnemer = hypotheekgever


Slide 11 - Slide

Welke twee vormen van hypothecaire lening ken je?

Slide 12 - Open question

Lineaire hypotheek
Elke periode een gelijke aflossing

Rente over de restschuld

Slide 13 - Slide

Annuïteiten hypotheek
Annuiteit = aflossing + rente (= elke periode zelfde bedrag)

Rente over restschuld

Aflossing = annuïteit - rente 

Slide 14 - Slide

Zelf aan de slag

Lezen: paragraven 18.1 t/m 18.2

Maken: Opgave 18.1 t/m 18.3

Slide 15 - Slide