Les 2 Waarom en hoe? (2.3 & 2.4)

LEVENSBESCHOUWING
BHV1
1 / 12
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

LEVENSBESCHOUWING
BHV1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Opening
Waarom?
Hoe?
  • Voedselbank
  • Rode Kruis
Praktische opdracht
Afronding

Slide 5 - Slide

Waarom helpen we anderen?

Slide 6 - Slide

Levensbeschouwingen
Wat ga je doen?
Lees de teksten 'Diaconie', 'Zalât' en 'Vrijgevigheid' in je lesboek Perspectief (pag. 49-52). En maak de onderstaande opdrachten zelfstandig in je schrift:
  1. Schrijf van de christenen, moslims en a-godsdienstigen op waarom zij anderen helpen en op welke manier zij dit doen.
  2. Welke overeenkomsten en verschillen zie je?

Slide 7 - Slide

 Voedselbank
Bekijk het filmpje over de voedselbank. Beantwoord daarna in tweetallen de onderstaande vragen.
  1. Wat heeft ervoor gezorgd dat Miranda afhankelijk is van de voedselbank?
  2. Hoe zou je het vinden om zelf afhankelijk te zijn van de voedselbank? Leg uit!
Ben je klaar? Lees dan de tekst 'Voedselbank' in het lesboek Perspectief (pag. 48) en maak de bijbehorende opdrachten 51 en 52.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Rode Kruis
Instructie
  1. Pak je telefoon en leg deze plat op tafel.
  2. Ga naar www.rodekruis.nl.
  3. Klik op 'Wat doen wij?'.
  4. Kies daarna uit de volgende mogelijkheden onder het kopje 'Hulp wereldwijd': 'Oekraïne', 'coronahulp', 'klimaatverandering en humanitaire hulp', 'Jemen' of 'Syrië'.
  5. Heb je dat gedaan? Maak dan zelfstandig en in stilte de opdracht die hiernaast staat.
Wat ga je doen?
Lees de tekst van de door jou gekozen hulp die het Rode Kruis biedt. En beantwoord de onderstaande opdrachten in je schrift:
  • Wat is er aan de hand dat mensen in dit deel van de wereld hulp nodig hebben? Geef uitgebreid antwoord.
  • Op welke manier biedt het Rode Kruis hulp? Noem minimaal 5 voorbeelden.
  • Zou jij zelf aan dit goede doel willen geven? Leg in minimaal drie zinnen uit waarom wel of niet.

Slide 10 - Slide

Wat ga je doen?
Maak een informatieve poster over een bestaand goed doel
Hoe ga je dit doen?
Je werkt in tweetallen op een vel papier óf op de computer.
Waar moet je op letten?
Je moet 300 woorden gebruiken en maximaal 

Slide 11 - Slide

Afronding

Slide 12 - Slide