Week 46 V2

Semana 46
1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Semana 46

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
Semana 45
  • Repaso - 10 min
  • Quizlet  - 15 min
  • Escuchar B - 5 min
  • C. Leer  - 20 min
  • D. Estar - 20 min

Doel: Aan het eind van deze les:
  • heb je gesprekken kunnen luisteren
  • heb je een korte tekst kunnen lezen
  • ken je de werkwoorden ser/ estar/ hay

Slide 2 - Slide

PW1
Semana 50
Methode toets U1+2 + leesvaardigheid
Weging 15%
Duur 60 min

Semana 47 + 48 geen les
Semana 49  oefentoets

Slide 3 - Slide

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Hoy es ___________, _____________de __________________

Slide 4 - Slide

Jullie kunnen al

De vervoegingen van het onregelmatige werkwoord SER
De getallen t/m 20
Jezelf voorstellen

Slide 5 - Slide

RepasoHerhaling
Unidad 1

Slide 6 - Slide

¿Qué tal?

Slide 7 - Open question

Het getal 15
A
quince
B
catorce
C
veinte
D
doce

Slide 8 - Quiz

cuarenta y ocho
A
41
B
48
C
50
D
geen idee

Slide 9 - Quiz

Zet de juiste vervoeging van SER in de zinnen.
timer
1:00
Amy y Sam _____ (Ser) mis alumnas.
Charissa y yo______(Ser) amigas.
Tú________ (Ser-tú) una persona unica.
Yo _______ (Ser) holandés y vivo en Huizen.
Emmy y tú _____(Ser-vosotros) en holandesas.
 son
somos
eres
soy
sois 

Slide 10 - Drag question

¿Qué significan los verbos ser y estar?
Wat betekenen de werkwoorden ser y estar? 
Ser 
Estar
Zijn 
Zijn/ zich bevinden

Slide 11 - Drag question

QUIZLET 
Oefen de voca via quizlet
H1 retrieval 5 min: Link 
H2 10 min: Link

Geen verbinding
Alle wifi vergeten en dan opnieuw verbinden 

Geen Laptop/baterij
Je schrijft de woordjes over in je schrift
wb pág 55 -  2.1 + 2.2



timer
10:00

Slide 12 - Slide

Portátiles cerrados

Slide 13 - Slide

Start Unidad 2: En camino

Slide 14 - Slide

Ejercicio 6ab, pág 35 WB y pág 19 TB
Respuestas:
  1. Voor de school
  2. Niet
  3. Gaan ze naar binnen
  4. Een vriend
  •  
  • 1b, 2c, 3a, 4d

Slide 15 - Slide

Ejercicio 6cd, pág 35 WB y pág 19 TB
Respuestas:
  1. f
  2. f
  3. v
  4. v
  •  
  1. b
  2. b
  3. a
  4. a

Slide 16 - Slide

A trabajar
  • Ahora tú, Nu jij
  • Haz ejercicio, Maak opdracht 4 +5
  • Wb pág 34 +35

Klaar? Quizlet

Slide 17 - Slide

Ejercicio 4a
1b
2a
3d
4c
5f
6e




 










 Ejercicio 4b
1 delante de
2 te llamas
3 Vives
4 ¿Dónde está?
5 cerca
6 al lado

Ejercicio 5
1 voor de school
2 de supermarkt
3 de supermarktmedewerker


Slide 18 - Slide

C. Leer

Individualmente = individueel
WB 36 + 37
Haz ej 7 + 9 + 10 B + 11



Juntos = Samen

Escuchar
WB 36+37
ej 8 

ej 10 A 
timer
5:00

Slide 19 - Slide

¿Has estado en España?
1
En Betanzos
2
Zaida, een vriendin van Merche

Slide 20 - Slide

1
stad
2
inwoners
3
heel mooi

Slide 21 - Slide

4
de school
5
verliefd op Álvaro

Slide 22 - Slide

6
een bakker, een bank, een bioscoop

Slide 23 - Slide

K
comercial, compras, casa, canción, como
C
ciudad, Galicia, centro, comercial, cine, canción

Slide 24 - Slide

Schrijf de vertaling van deze 4 woorden

Slide 25 - Mind map

la panadería
el cine
el banco
la tienda de ropa
el supermercado
mi casa

Slide 26 - Drag question

RESPUESTAS
  1. al lado del cine
  2. a la izquierda del
  3. al lado de
  4. enfrente de
  5. a la izquierda del

Slide 27 - Slide

Ser, estar, hay
1. Bekijk het volgende filmpje
Bron D. ESTAR. Tb pág 21

2. Ga oefenen: 1. ESTAR 
                              2.  SER, ESTAR, HAY

3. Maak: Wb pág 40 ej 13 C & 14 a+b (niet af= huiswerk)
timer
10:00

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Blooket
Ga naar: Blooket

Slide 30 - Slide

Evaluatie les, Schrijf dit puntsgewijs op, zelfde manier als hoe de vraag staat.

1. Noem één ding dat je makkelijk vond in deze hoofdstuk.
2. Noem één ding dat je moeilijk vond in deze hoofdstuk.
3. Hoe ga je aan punt 3 werken?

Slide 31 - Open question