Week 45 V2

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

¿Qué vamos a hacer hoy?

Semana 45

• Repaso - 20 min
• Quizlet  - 25 min
• Escuchar A+B - 20 min
• C. Leer

Doel: Aan het eind van deze les:

• weet je iets over Galicië en de pelgrimstocht
• kan je een gesprek luisteren tussen vriendinnen
• Kan je een korte tekst lezen

PW1

Semana 50

Methode toets U1+2 + leesvaardigheid

Weging 15%

Duur 60 min

¡Bienvenidos a la clase de Español!

Hoy es ___________, _____________de __________________

Jullie kunnen al

De vervoegingen van het onregelmatige werkwoord SER

De getallen t/m 20

Jezelf voorstellen

RepasoHerhaling

Unidad 1

Hoe zeg je groet je iemand 's middags in het Spaans?

1. Buenas tardes
2. Buenos días
3. Buenas noches
4. Hasta pronto

Hoe vraag je aan iemand: waar kom je vandaan?

1. ¿Dónde vives?
2. ¿Cuántos es tu cumpleaños?
3. ¿De dónde eres?
4. ¿Cómo te llamas?

Hola, ¿cómo te llamas?

¿Cuántos años tienes?

¡Hola! ¿Cómo                  ?

Me                   Alicia.                    trece                    .

Mi cumpleaños                    el                   de marzo.

                  estudiante.

Tengo en la                     un                     y unas                    .

Vul de tekst aan met de juiste woorden.

estás

mochila

estuche

dos

llamo

Tengo

es

tijeras

años

Soy

Diez + uno

Diez + dos

Diez + cuatro

Diez + cinco

Diez + seis

Diez + tres

Diez + siete

Diez + ocho

Diez + nueve

Diez + diez

11 once

12 doce

13 trece

19 diecinueve

18 dieciocho

16 dieciseis

15 quince

17 diecisiete

14 catorce

20 veinte

Uitleg:
Sleep de sommen met hun resultaat.

Ser (zijn) gebruik je bij:

1. Nationaliteit, eigenschap, beroep
2. Nationaliteit, tijdelijke toestand, beroep
3. Nationaliteit, zich bevinden, tijd & datum
4. Nationaliteit, eigendom, gezondheid

(ser) Pablo _____ camarero.

1. eres
2. es
3. somos
4. sois

Ellas _________ (ser) de Barcelona.

1. ser
2. sois
3. son
4. es

Nosotros ___________ (ser) amigos.

1. sommos
2. sois
3. son
4. somos

Ik snap de grammatica 'ser'

1. Sí
2. No

QUIZLET 

Oefen de voca via quizlet

H1: Blooket

H2: Link

Geen verbinding

Alle wifi vergeten en dan opnieuw verbinden 

Geen Laptop/baterij

Je schrijft de woordjes over in je schrift

Portátiles cerrados

Start Unidad 2: En camino

stap 1. Filmpje bekijken
stap 2. Maken: Wb oef 1 +2

Maken: En Camino

Maken: Oef 1 +2 WB pág 33

  

Na pauze

Wb pág 34+35

Samen: oef 3 + 6 

Alleen: oef 4+5 

Corregir ejercicio 1, pág 33 WB

Ejercicio 1a

1 17

2 Bijvoorbeeld Navarra en Andalucía.

Ejercicio 1c

1 Santiago de Compostela

2 slapen

Ejercicio 1d

1 Omdat wordt geloofd dat het graf van de apostel Jakobus, een van de discipelen van Jezus, zich hier zou bevinden.

2 Camino de Santiago.

3 100 km

Corregir ejercicio 2, pág 33 WB

Respuestas:

1. Banco
2. Hospital
3. Biblioteca
4. Supermercado
5. Panadería
6. Tienda de ropa

Ejercicio 3, pág 34 WB y pág 19 TB

Respuestas:

•  

1. Madrid
2. Voor het huis van Susana in Betanzos
3. Het gaat over de ontmoeting, ze kennen elkaar niet

•  
• b, d, e, f
•  

1. 20
2. Ze zijn buren
3. De supermarkt
4. Ze gaan naar rechts, a la derecha = rechts
5. Om samen naar de supermarkt te gaan

Ejercicio 6ab, pág 35 WB y pág 19 TB

Respuestas:

1. Voor de school
2. Niet
3. Gaan ze naar binnen
4. Een vriend

•  
• 1b, 2c, 3a, 4d

Ejercicio 6cd, pág 35 WB y pág 19 TB

Respuestas:

1. f
2. f
3. v
4. v

•  

1. b
2. b
3. a
4. a

A trabajar

• Ahora tú, Nu jij
• Haz ejercicio, Maak opdracht 4 +5
• Wb pág 34 +35

Klaar? Quizlet

Ejercicio 4a

1b

2a

3d

4c

5f

6e

 

 Ejercicio 4b

1 delante de

2 te llamas

3 Vives

4 ¿Dónde está?

5 cerca

6 al lado

Ejercicio 5

1 voor de school

2 de supermarkt

3 de supermarktmedewerker

1

voor de school

2

de supermarkt

3

de supermarktmedewerker

¿Has estado en España?

Leemos sobre Betanzos

C. Leer

Individualmente = individueel

WB 36 + 37

Haz ej 7 + 9 + 10 B

Juntos = Samen

Escuchar

WB 36+37

ej 8 + 10 A

¿Has estado en España?

1

En Betanzos

2

Zaida, een vriendin van Merche

1

stad

2

inwoners

3

heel mooi

4

de school

5

verliefd op Álvaro

6

een bakker, een bank, een bioscoop

K

comercial, compras, casa, canción, como

C

ciudad, Galicia, centro, comercial, cine, canción

Schrijf de vertaling van deze 4 woorden

la panadería

el cine

el banco

la tienda de ropa

el supermercado

mi casa

RESPUESTAS

1. al lado del cine
   
2. a la izquierda del
3. al lado de
4. enfrente de
5. a la izquierda del

Leer

Doel: Straks kan je een tekst lezen,

 begrijpen en jezelf voorstellen.

Ej 1: Samen lezen

Ej 2: Schrijf 1 v/d 4 namen

Ej 3: vul je eigen gegevens

Woordenboek SP-NL

Evaluatie les, Schrijf dit puntsgewijs op, zelfde manier als hoe de vraag staat.

1. Noem één ding dat je makkelijk vond in deze hoofdstuk.
2. Noem één ding dat je moeilijk vond in deze hoofdstuk.
3. Hoe ga je aan punt 3 werken?