Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema :
technologie
Maak aantekeningen:
Schrijf het woord op,
de betekenis en
de voorbeeldzin.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema :
technologie
Maak aantekeningen:
Schrijf het woord op,
de betekenis en
de voorbeeldzin.
Slide 1 - Slide
oproepen
scheidbaar werkwoord
bepaalde gedachten (gedachtes) toelaten/omhoog laten komen
bepaalde gevoelens toelaten/omhoog laten komen
kan persoonlijk zijn/kan bij een groep mensen zijn
Mensen/iemand bewegen tot actie: bijv. de oproep krijgen om te vaccineren/ om te gaan stemmen.
scheidbaar werkwoord: het roept op, het riep op, het heeft opgeroepen
zin: Bij sommige mensen roepende coronaregels boze gevoelens op.
zin: De mooie muziek riep bij mij herinneringenop.
Slide 2 - Slide
nuttig
bijvoeglijk naamwoord: nuttige
iets wat je goed kunt gebruiken, het heeft voordeel, een goede bedoeling
synoniem: het is ergens goed voor / zinvol / het nut
tegenstelling: nutteloos, zinloos
Iets is nuttig/iets heeft nut
zin:Het heeft nut om goede aantekeningen te maken, want dan leer je de woorden goed.
zin: Het is nuttig om de tijd die je hebt goed te gebruiken, want dan kun je alles doen.
Slide 3 - Slide
het laboratorium
zelfstandig naamwoord
een ruimte waar mensen stoffen onderzoeken
of........ stoffen maken = stoffen ontwikkelen
de laborant: iemand die in het laboratorium werkt
wetenschappelijk = onderzoeken
scheikundig: (chemische) stoffen
de scheikundige/ de chemicus = iemand die stoffen onderzoekt in het laboratorium
zin: In het laboratorium is een coronavaccin ontwikkeld door de scheikundige.
Slide 4 - Slide
eigenaardig
bijvoeglijk naamwoord: eigenaardige
anders dan wat normaal is
synoniem: vreemd/apart/gek
tegenstelling: normaal/ gewoon
kan persoonlijk zijn/kan voor een groep mensen zijn
kan bij dingen zijn, kan bij situaties, kan bij een gebeurtenis zijn
zin: Het meisje heeft een eigenaardig kapsel.
zin: De zanger viel van het podium, dat was een eigenaardige gebeurtenis.
Slide 5 - Slide
opzetten
scheidbaar werkwoord
1. officieelbeginnen/latenontstaan
synoniem: opstarten
werkwoord: ik zet op, ik zette op, ik hebopgezet:
zin: De school heeft een programma opgezet om woorden goed te leren.
2. opruien/aanzetten tot =aanmoedigen iets lelijks te doen
zin: De man zette de jongeren op om te demonstreren.
3. een dood dier eruit laten zien alsof het levend is
zin: In het natuurmuseum staan opgezette dieren.
4. iets op je hoofd zetten: De vrouw zet een mooie hoed op.
Slide 6 - Slide
De scheikundige maakte in .......................een nieuw vaccin.
kies uit: de tekenkamer, het ziekenhuis, het laboratorium, het hospitaal
A
het ziekenhuis
B
de tekenkamer
C
het hospitaal
D
het laboratorium
Slide 7 - Quiz
Vul het woord in Als ik 18 jaar ben word ik ................... om te gaan stemmen.
A
opgezet
B
eigenaardig
C
opgeroepen
D
nuttig
Slide 8 - Quiz
Ik vind het meisje met het blauwe haar een beetje........................
(kies het beste antwoord)
A
klein
B
eigenaardig
C
rijk
D
nuttig
Slide 9 - Quiz
Welk woord moet in de zin staan?
De jongen ............. mij ............ tot het gebruiken van geweld.
A
zette mij aan
B
zette mij op
C
vroeg mij op
D
tilde mij op
Slide 10 - Quiz
Met het woord nuttig bedoel ik..................
A
dat het zinloos is om woorden te leren.
B
dat het leuk is om woorden te leren.
C
dat het zin heeft om woorden te leren.
D
dat het dom is om woorden te leren.
Slide 11 - Quiz
Welke foto hoort niet bij het woord opzetten?
A
B
C
D
Slide 12 - Quiz
Weet je nog welke woorden/kleine zinnen horen bij ........ het laboratorium?
gebruik je aantekeningen!
Slide 13 - Mind map
Zinnen maken - Maak 3 zinnen: gebruik je aantekeningen/ niet de voorbeeldzinnen! - Elke zin heeft meer dan vijf woorden - gebruik voegwoorden waar dat kan! bijvoorbeeld: omdat, maar, en - Natuurlijk gebruik je hoofdletters , punten en soms komma's.
- gebruik/kies de woorden: het laboratorium, eigenaardig, nuttig, opzetten, oproepen