Spelling 1mh les 2

Spelling 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling 

Slide 1 - Slide

Welke onderdelen van spelling gaan we behandelen?

  • tussen -n in samenstellingen (plantenbak of plantebak?)
  • verkleinwoorden (spray'tje of spraytje?)
  • bezitsvorm (Miekes fiets of Mieke's fiets?)
  • cijfers en getallen (de jaren tachtig of de jaren 80?)
  • lettergrepen en woorden afbreken
  • afkortingen (aub of a.u.b.)
  • dicteewoorden

Slide 2 - Slide

Wat hebben we al gedaan?

tussen -n in samenstellingen (fietsehok of fietsenhok)


verkleinwoorden (vorkje of vork-je)

Slide 3 - Slide

Deze les 
Bezitsvorm (Miekes fiets of Mieke's fiets)
Cijfers en getallen (de jaren tachtig of de jaren 80)
Dictee

Slide 4 - Slide

De bezitsvorm
Geeft aan van wie iets is (bezit).

Bijvoorbeeld: De fiets is van Anne > Annes fiets

Bijna altijd komt de 's' eraan vast. Alleen niet als:
- het eindigt op een lange klinker of een y (Andy's huis)
- het eindigt op een sisklank (Mees' tas, Lex' huis)

Slide 5 - Slide

De appel is van mijn moeder.
Mijn ..... appel.
A
moeder's
B
moeders

Slide 6 - Quiz

De jas is van Tex.
.... jas.
A
Texs
B
Tex's
C
Tex'
D
Texs'

Slide 7 - Quiz

Cijfers en getallen

Slide 8 - Slide


Cijfers en getallen

Slide 9 - Slide

Wat klopt?
Dit jaar hadden we ...... kerstdiners.
A
3
B
drie

Slide 10 - Quiz

Op sommige wegen mag je ... kilometer per uur.
A
120
B
honderdtwintig

Slide 11 - Quiz

Aan de slag!
Maak van Op Niveau Online (via SOM > Leermiddelen)
Blok 4 > Spelling > opdracht 28
Blok 5 > Spelling > opdracht 23 en 24

Slide 12 - Slide