cva



cva
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ZorgBeroepsopleiding

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson



cva

Slide 1 - Slide

Wat is een cva?
A
Een ongeluk van de bloedvaten van de hersenen
B
Een ongeluk van de bloedvaten van het hart
C
Een ongeluk van de bloedvaten van de hematoom
D
Een ongeluk van de bloedvaten van de hyperglycemie

Slide 2 - Quiz

Waar staan de letters CVA voor
A
Cellulaire vena arteria
B
Cerebro vena arteria
C
Cellulaire Vasculaire Accident
D
Cerebro Vasculair Accident

Slide 3 - Quiz

Wat een Tia?
A
Er scheurt een bloedvat in de hersenen
B
Er is tijdelijk een bloedvat afgesloten in de hersenen
C
Er is tijdelijk een bloedvat afgesloten in het hart
D
Slagader in de hersenen is vernauwd of verstopt

Slide 4 - Quiz

Wat is een hersenbloeding?
A
Slagader in de hersenen is vernauw of verstopt
B
Er is tijdelijk een bloedvat afgesloten in de hersenen
C
Er scheurt een bloedvat in de hersenen
D
Mini beroerte

Slide 5 - Quiz

Wat is een herseninfarct?
A
Slagader in de hersenen is vernauwd of verstopt
B
Er scheurt een bloedvat in het hart
C
Er is tijdelijk een bloedvat afgesloten in de hersenen
D
Er zit een bloedvat verstopt in het hart

Slide 6 - Quiz

Als ik links verlamd ben waar in de hersenen kreeg ik een bloeding?
A
In linker hersenhelft
B
In rechter hersenhelft
C
maakt niet uit
D
In linker hartkamer

Slide 7 - Quiz

Als ik rechts verlamd ben, op welke volgorde doe ik dan mijn shirt aan?
A
Eerst goede arm dan aangedane arm
B
Eerst aangedane arm dan goede arm
C
maakt niet uit kan beide
D
Eerst over het hoofd en dan de armen

Slide 8 - Quiz

Als bewoner halfzijdig verlamd is waar doe je alarm bel om?
A
Aan de goede arm
B
Maakt niet uit
C
Aan de aangedane arm
D
Om de hals

Slide 9 - Quiz

Bewoner is halfzijdig verlamd, aan welke kant sta je om bijvoorbeeld een transfer te maken?
A
Aan de aangedane kant
B
Aan de goede kant
C
Maakt niet uit
D
Aan de achterkant

Slide 10 - Quiz


Aan welke kant meet je de bloeddruk als je links verlamd bent

A
Aan de linker arm
B
Aan linker been
C
Aan de rechter arm
D
maakt niet uit

Slide 11 - Quiz

CVA (beroerte) is een verzamelnaam voor;

A
TIA, Hartinfarct, Hersenbloeding
B
TIA, Herseninfarct, Hersenschudding
C
TIA, Herseninfarct, Hartbloeding
D
TIA, Herseninfarct, Hersenbloeding

Slide 12 - Quiz

Een CVA is altijd bloedig
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de symptomen van CVA?
A
Verlammingsverschijnselen, Problemen met spreken/begrip van taal, Problemen met lezen en schrijven
B
Mond staat schreef, Arm/been minder goed beweegt, Onduidelijk spreekt
C
Verlammingsverschijnselen, geen goed zicht, problemen met ruimtelijke waarneming
D
Fijne motoriek verstoord, Bewegingen schokkerig of onhandig overkomen

Slide 14 - Quiz

Na CVA kun je problemen krijgen met je spraak, welke discipline wordt dan ingezet?
A
Fysiotherapeut
B
Ergotherapeut
C
Diëtiste
D
Logopediste

Slide 15 - Quiz

Waar ging deze les over?
A
Over de hersenen
B
Over CVA
C
Over het hart
D
Over de bloedvaten

Slide 16 - Quiz