les 4: Herseninfarct, hersenbloeding, TIA

AFP les 4
CVA/TIA
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

AFP les 4
CVA/TIA

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van de les kunnen de jullie:
  • Het verschil benoemen tussen een herseninfarct,     hersenbloeding en TIA;
  • De mogelijke oorzaken, symptomen, behandeling en     verzorgingsaandachtspunten van een CVA benoemen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

CVA staat voor:
timer
1:00
A
centraal vasculair accident
B
cerebro vasculair accident
C
cerebro vasculair accent
D
cerebro vocaal accident

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

5

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Hoe herken je een CVA?
Hoe herken je een CVA?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

CVA (bloeding of infarct)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wanneer een CVA het gevolg is van een afsluiting van een bloedvat spreekt men van een ..... CVA
A
Ischemisch
B
Hemorragisch
C
Inflammatoir
D
Degeneratief

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

- Ischemisch CVA (80%)
  •         < 24 uur > TIA 
  •         > 24 uur > CVA 

- Bloedig CVA (20%)
  •       epidurale bloeding
  •       subdurale bloeding
  •       subarachnoïdaal (SAB)


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Niet bloedig CVA (herseninfarct)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

CVA
Time=Tissue
Trombolyse mogelijk tot 4,5 uur na start klachten!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

casus 1

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Casus 1
Wat doe je?
A
112 bellen
B
30 minuten observeren en of de klachten veranderen/verminderen.
C
extra gift bloedverdunners geven en de HAP bellen
D
Nu niets. Ze is om 21:30 naar bed gegaan. Het is te laat voor interventie. Morgenochtend de huisarts bellen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Anneke is na een CVA linkszijdig verlamd de beschadiging zit
A
in de linker hersenhelft
B
in de rechter hersenhelft

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

casus 2

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Casus 2
Wat doe je?
timer
1:00
A
112 bellen
B
30 minuten observeren en of de klachten veranderen/verminderen.
C
extra gift bloedverdunners geven en de eigen HA bellen
D
De huisarts bellen. Het is te laat voor interventie. Morgenochtend de huisarts bellen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een TIA en een CVA?
A
Een TIA is altijd een hersenbloeding
B
Een CVA is altijd een hersenbloeding
C
Een CVA gaat altijd voorbij zonder restverschijnselen
D
Een TIA gaat altijd voorbij zonder restverschijnselen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

TIA




Betekenis:
Transient Ischemic Attack
(Tijdelijke Ischemische Aanval)
  • Verschijnselen van voorbijgaande aard​  
  • Half uur tot drie kwartier​ 

  • Losgelaten stolsel loopt plots vast in een slagader in de hersenen​
  •  Neurologisch uitval (Motoriek, Taal)​

  

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

TIA vs. CVA

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bloedig CVA
  • epidurale bloeding         -> Trauma
  • subdurale bloeding        -> Trauma
  • subarachnoïdaal (SAB)  -> Aneurysma (80%)
  • intracerebrale bloeding -> divers

Slide 19 - Slide

AVM=arterioveneuze malformatie
AVM/aneurysma/trauma/hoge RR/arteriosclerose
SAB

Scheurtje in een bloedvat van de hersenen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat komt vaker voor? Een hersenbloeding of een herseninfarct?
A
Hersenbloeding
B
Herseninfarct

Slide 21 - Quiz

2019; totaal 500.600 incl TIA alleen bij HA, excl VVT!
25% vd sterfte binnen hart&vaatziekten

nieuw 2019
TIA 59.000 (28.700 man/20.300 vr)
CVA 38.500 (19.700 man/ 18.800 vr) (110p/d)
80% ischemisch\20% bloedig

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Behandeling hersenbloeding
  • Stroke Unit/BCU
  • CT-scan
  • Eventuele operatie bij scheur in slagader
  • D.m.v. luikje in schedelbot wordt overtollig bloed weggehaald
  • Volledig herstel met problemen met concentreren/geheugen/lichte hoofdpijn
  • Kan lijden tot ernstige neurologische en cognitieve klachten

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen CVA

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Uitvalsverschijnselen (halfzijdig)
  • Hemiparese of hemiplegie
  • Spraakstoornissen (afasie)
  • Geheugenstoornissen
  • Concentratiestoornissen
  • Motorische stoornissen (apraxie)
  • Slikklachten
  • Gedragsverandering
  • Persoonlijkheidsverandering
  • Emotionele labiliteit

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De cliënt met een CVA

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Zorgkundige taken bij ZV met C.V.A.
  • Bewegingsstoornissen, zich uitend in een halfzijdige, gehele of gedeeltelijke verlamming (hemiplegie)
  • Stoornissen in het gevoel (sensibiliteitsstoornissen)
  • Uitval van een deel van het gezichtsveld (hemianopsie)
  • Neglect
  • Problemen bij het spreken en slikken (afasie, dysartrie)
  • Incontinentie van urine en ontlasting
  • Vermoeidheid
  • Ruimtelijke oriëntatie verliezen
  • Perseveratie 
  • Emotionele stoornissen
  • Epileptische insult(en)

Hemianopsie
Neglect
Dysartrie
Dysfagie
Apraxie
Afasie
Agnosie
Hemiplegie
timer
2:00
Halfzijdige verlamming
Blikveld uitval
Verslikken
Niet kunnen articuleren
Vergeten lichaamshelft
woord-vind-stoornis
Probleem in doelgericht handelen
Zintuigelijke prikkels niet meer herkennen

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Hemiplegie: krachtsvermindering aan 1 kant
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

hemiparese 
Hemiparese = gedeeltelijke verlamming lichaamshelft 

Gevolg: verhoogde spierspanning (pijnlijk), spasmen en hemiplegische houding 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Hemiplegie 
 volledige verlamming één lichaamshelft

Slide 31 - Slide

Hemiplegische houding: zv zakt als het ware in elkaar aan de kant van de verlamming. Spieren raken verkort. Knie is overstrekt en spitsvoet ontstaat. 
Diplopie (dubbel zien) waarvoor ooglapje
Bij stoel kan armsteun gebruikt worden
Wat is neglect?
A
Het onbewust negeren van 1 kant
B
Het niet meer in dialect kunnen spreken
C
Je benen niet meer op kunnen tillen
D
Halvering van het gezichtsveld

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Hemianopsie        Neglect

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen gehaald?
Kunnen jullie nu:
  • Het verschil benoemen tussen een herseninfarct,     hersenbloeding en TIA;
  • De mogelijke oorzaken, symptomen, behandeling en     verzorgingsaandachtspunten van een CVA benoemen.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

00:00
noem een ander woord voor een CVA
timer
1:00

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

00:13
Binnen hoeveel tijd moet behandeling plaatsvinden?
timer
1:00

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

01:31
Wat is boezemfibrilleren? En hoezo 5x grotere kans op CVA?
timer
1:00
A
De onderste gedeeltes van het hart trekken onregelmatig samen.
B
Hartritme stoornis, waarbij het hart te traag samentrekt, waardoor het bloed te veel stilstaat en gaat stollen.
C
De bovenste gedeeltes van het hart trekken onregelmatig samen waardoor gemakkelijk stolsels (propjes)ontstaan.

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

01:39
Waarom is Diabetes, hoge bloeddruk of hoog cholesterol een groter risico op CVA?
timer
1:00

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

02:10
Hier hebben ze het over G.A.S.T. vaak spreken wij ook over F.A.S.T.-test. Waar staan die letters voor?
En nu, een FAST oefening....die het eerste weer terug voor de laptop zit MET een beetje sneeuw!...GO!
timer
1:30

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Volgende week
De ziekte van Parkinson
lees VVT deel 1 hoofdstuk 33

Slide 40 - Slide

This item has no instructions