Kapitel 2 Salzburg - Grammatik A

Kapitel 2 - Salzburg

Grammatik A
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kapitel 2 - Salzburg

Grammatik A

Slide 1 - Slide

Voltooid tegenwoordige tijd van zwakke werkwoorden




Wat weet je al van een voltooid deelwoord?

Slide 2 - Slide

Een voltooid deelwoord wordt altijd gevormd met:

- Een vorm van het hulp werkwoord haben of sein
- Het voltooid deelwoord zelf (Partizip Perfect)





Slide 3 - Slide

Het voltooid deelwoord van de zwakke werkwoorden maak je als volgt:

- basisregel: ge + stam + t

wohnen - gewohnt
spielen - gespielt

Slide 4 - Slide

Het voltooid deelwoord van de zwakke werkwoorden maak je als volgt:

- stam op -d of -t:              ge+stam+et

arbeiten- gearbeitet
reden- geredet

Slide 5 - Slide

Het voltooid deelwoord van de zwakke werkwoorden maak je als volgt:

- werkwoorden op -ieren:        stam+t

studieren- studiert
fotografieren- fotografiert

Slide 6 - Slide

Bijzondere werkwoorden

- dauern > de stam is dauer

voltooid deelwoord is volgens de basisregel

gedauert

studieren- studiert
fotografieren- fotografiert

Slide 7 - Slide

Bijzondere werkwoorden

atmen, rechnen, regnen

Bij deze werkwoorden maak je het voltooid deelwoord zoals bij de werkwoorden met de stam op -d of -t. 

Slide 8 - Slide

Bijzondere werkwoorden

atmen - geatmet

rechnen - gerechnet

regnen - geregnet


Slide 9 - Slide

Hulpwerkwoorden haben en sein

In het NL en DU gebruik je voor het voltooid deelwoord een vorm van 'haben' of 'sein'. 

Het gebruik komt meestal overeen met het Nederlands. 


Slide 10 - Slide

Hulpwerkwoorden haben en sein

De kinderen hebben  samen gespeeld. 
Die Kinder haben zusammen gespielt

De vliegtuigen zijn geland
Die Flugzeuge sind gelandet


Slide 11 - Slide

Alles duidelijk?

Maak opdracht: 7, 8 en 9

Slide 12 - Slide