Herhaling hoofdstuk 9

Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950 
Tijd van de Wereldoorlogen 1900-1950
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950 
Tijd van de Wereldoorlogen 1900-1950

Slide 1 - Slide

Paragraaf 9.1
- Richt je op andere zaken van de Eerste Wereldoorlog, zoals burgerbetrokkenheid, bewapening, verwoestingen en de gevolgen. 
- Ken de basis! Wie hoorden bij de centralen/geallieerden?

Slide 2 - Slide

Wat waren de gevolgen voor de centralen toen zij de oorlog verloren?

Slide 3 - Open question

Paragraaf 9.2
- Richt je op andere zaken van de economische crisis, zoals de economie van de jaren '20 en de uitbreiding van de Amerikaanse crisis zich tot één van wereldformaat.

Slide 4 - Slide

Waarom spreken we van de roaring twenties? Waarom roaring?

Slide 5 - Open question

Paragraaf 9.3
- Richt je op de kenmerken van totalitaire systemen. 

Slide 6 - Slide

Wat waren de belangrijkste kenmerken van totalitaire systemen?

Slide 7 - Open question

Paragraaf 9.4
- Richt je op wat massaorganisaties, communicatiemiddelen en propaganda zijn. 
- Richt je op hoe deze van belang zijn voor totalitaire staten.

Slide 8 - Slide

Wat was het belang van communicatiemiddelen voor totalitaire staten?

Slide 9 - Open question

Paragraaf 9.5
- Richt je op de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog. 
- Richt je op het verloop van deze oorlog. 
- Ken de verschillen tussen WOI en WOII. 

Slide 10 - Slide

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de Tweede Wereldoorlog?

Slide 11 - Open question

Paragraaf 9.6
-  Richt je op de antisemitische geschiedenis van de nazi's.

Slide 12 - Slide

In 1935, 1938 en 1942 werd de Jodenhaat in nazi-Duitsland steeds extremer. Geef voor elk jaartal een verklaring.

Slide 13 - Open question

Paragraaf 9.7
- Richt je op de drie houdingen van Nederlanders tijdens de Duitse bezetting.
- Ken het verloop van de Duitse bezetting!
- Richt je op het doel van de Duitse bezetting.

Slide 14 - Slide

Wat voor doel had de bezetting van Nederland volgens de nazi's?

Slide 15 - Open question

Paragraaf 9.8
- Richt je op de verschillende vormen van verzet tegen de koloniale overheerser.
- Richt je op redenen waardoor het verzet tegen het kolonialisme groeide. 

Slide 16 - Slide

Noem een voorbeeld van gewelddadig en geweldloos verzet tussen 1900-1950 in de koloniën.

Slide 17 - Open question

Lesafsluiting: vroeger naar later
A. Nederlandse joden moesten een gele ster dragen.
B. Na vijf dagen vechten capituleert het Nederlandse leger.
C. Nederlandse joden moesten zich laten registreren.
D. Honderdduizenden Nederlandse mannen moesten van dwangarbeid naar Duitsland.
E. Het Duitse leger in Nederland capituleert.
F. Joodse bedrijven in Nederland werden onder nazicontrole geplaatst.
G. Het zuiden van Nederland was bevrijd.
H. De eerste Nederlandse joden werden van Westerbork naar vernietigingskampen gedeporteerd.
I. De Oostenrijkse nazi Seyss-Inquart wordt door Hitler benoemd tot rijkscommissaris.
J. De Hongerwinter vond in Nederland plaats en er vielen duizenden doden.

Slide 18 - Slide