This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welkom !
Slide 1 - Slide
Vandaag
Terugblik op 1.1 en het huiswerk - 20 min
Uitleg over en werken aan 1.2 - 40 min
Slide 2 - Slide
TERUGBLIK 1.1
Belangrijkste termen herhalen
Moeilijke delen van het huiswerk bespreken
Slide 3 - Slide
Waar staat KANO ook alweer voor?
Slide 4 - Slide
Welke productiefactor wordt gemaakt met andere productiefactoren?
A
Natuur
B
Arbeid
C
Kapitaal
D
Ondernemerschap
Slide 5 - Quiz
Welke bedrijven produceren een goed?
A
Supermarkt
B
Autofabrikant
C
Middelbare school
D
Verzekeringsmaatschappij
Slide 6 - Quiz
Schaarse goederen zijn ...
A
Alternatief aanwendbaar
B
Onbeperkt aanwezig: ze kunnen niet op
C
Eindig / beperkt voor handen
D
altijd zeldzaam
Slide 7 - Quiz
Welke voorbeelden zijn voorbeelden van een productiefactor?
A
De oven bij jou thuis
B
De bestelbus van de pakketbezorger
C
Water in de parkvijver
D
De auto van je vader / moeder
Slide 8 - Quiz
Vraag 13
a. Hoe kun je uit de grafiek afleiden dat de consumptie in januari 2018 hoger was dan januari 2017?
Slide 9 - Slide
Vraag 13
a. Hoe kun je uit de grafiek afleiden dat de consumptie in januari 2018 hoger was dan januari 2017?
Slide 10 - Slide
Vraag 13
a. Hoe kun je uit de grafiek afleiden dat de consumptie in januari 2018 hoger was dan januari 2017?
Slide 11 - Slide
Vraag 13
a. Hoe kun je uit de grafiek afleiden dat de consumptie in januari 2018 hoger was dan januari 2017?
Slide 12 - Slide
Vraag 13
a. Hoe kun je uit de grafiek afleiden dat de consumptie in januari 2018 hoger was dan januari 2017?
Slide 13 - Slide
Vraag 13
a. Hoe kun je uit de grafiek afleiden dat de consumptie in januari 2018 hoger was dan januari 2017?
De staven geven het procentuele verschil aan ten opzichte van een jaar eerder. In januari 2018 is de staaf hoger dan 0 (1,7%). In januari 2018 was de consumptie dus 1,7% hoger dan in januari 2017.
Slide 14 - Slide
Vraag 13
b. Van november naar december 2017 daalt de staaf in de grafiek. Mag je daaruit de conclusie trekken dat in december 2017 de consumenten minder consumeerden dan in november 2017?
Slide 15 - Slide
Vraag 13
b. Van november naar december 2017 daalt de staaf in de grafiek. Mag je daaruit de conclusie trekken dat in december 2017 de consumenten minder consumeerden dan in november 2017?
Nee, de staaf is wel lager ten opzichte van de vorige maand, maar de staven geven het (procentuele) verschil aan ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder.
Slide 16 - Slide
TIP
Bedenk altijd (op je toets!):
- wat zie ik (in het plaatje)
- wat weet ik (uit de tekst)
- wat kan ik dan concluderen?
IK ZIE
IK WEET
DUS...
Slide 17 - Slide
Vraag 15
a. Gebruikt de journalist het begrip 'schaars goed' op de juiste manier?
b. Verklaar je antwoord.
Slide 18 - Slide
Vraag 15
a. Gebruikt de journalist het begrip 'schaars goed' op de juiste manier?
b. Verklaar je antwoord.
Nee.
Drinkwater wordt geen schaars goed, maar moet geproduceerd worden en is dus altijd een schaars goed, ook als het probleemloos in ruime mate aanwezig zou zijn.
Slide 19 - Slide
Maken oefentoets procent rekenen
timer
15:00
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
LEERDOELEN 1.2
Schaarste beter begrijpen
Een budgetlijn kunnen lezen en maken
Een week/maand/jaar begroting kunnen opstellen
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Economie = oorzaak --> gevolg
wat gebeurt er als we maïs voor biobrandstof gaan gebruiken?
en wat gebeurt er daarna?
en daarna?
Slide 24 - Slide
Economie = kiezen
kiezen voor winst
maar... kiezen is ook verliezen
Slide 25 - Slide
Economie = kiezen
een voorbeeldje...
een vlees wordt zo'n 6 weken oud
...ze eet gemiddeld 4 kilo vooral (vooral )
...en weegt dan maar 1,5 kilo
...waarvan maar 1 kilo eetbaar is
Slide 26 - Slide
Economie = kiezen
Het consumptiegoed ( ) heeft niets te kiezen, maar de producent en consument wel!
waarom kiezen zij dan zo inefficiënt?
en wat gebeurt er als de maïs echt opraakt?
Slide 27 - Slide
Maïs=alternatief aanwendbaar
En een mooi ander voorbeeld van een alternatief aanwendbaar / schaars goed is ..
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
Budgetlijn
Budget: € 10
Wat kost een belminuut? Wat kost een sms?
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht 4-6
timer
8:00
Slide 34 - Slide
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven noemen we een BEGROTING
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Rekenen tussen periodes
Jaar
Kwartaal
Maand
Dag
Week
Slide 37 - Slide
Rekenen tussen periodes
Jaar
Kwartaal
Maand
Dag
Week
x365
:365
:4
x4
:12 x12
x52 :52
x13 :13
:3 x3
Slide 38 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht 7-9
timer
8:00
Slide 39 - Slide
Afsluitend...
We hebben het gehad over:
- (grafieken) goed lezen is heel belangrijk
- ik zie, ik weet, dus...
- economie gaat over schaarse goederen (zoals maïs)
- economie gaat over oorzaak --> gevolg en over kiezen
- de budgetlijn
- de begroting
Slide 40 - Slide
Volgende week
Huiswerk:
- maken opdracht 4-9 van 1.2
- maken 1.1 als je dat nog niet af had en niet wilt nablijven