VWO H1 en H2 kernconcepten

Even herhalen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Even herhalen

Slide 1 - Slide

Welk kernconcept heeft veel te maken met het verwerven van cultuur?
A
identiteit
B
socialisatie
C
samenwerking
D
institutionalisering

Slide 2 - Quiz

Welk ander kernconcept heeft heel veel te maken met (het verwerven van) cultuur?
A
Identiteit
B
Socialisatie
C
Samenwerking
D
Acculturatie

Slide 3 - Quiz

Welk kernconcept?
"Forse toestroom studentenverenigingen 'door behoefte aan sociale contacten'"
A
Socialisatie
B
Sociale cohesie
C
Representativiteit
D
Ideologie

Slide 4 - Quiz

Uit welke twee delen bestaat het kernconcept socialisatie?
A
Cultuur en identiteit
B
Persoonlijke identiteit en collectieve identiteit
C
Overdracht van cultuur en verwerven van cultuur
D
Internalisatie en acculturatie

Slide 5 - Quiz

Geef de definitie van 'politieke socialisatie'

Slide 6 - Open question

Sleep de afbeeldingen naar de juiste vorm van socialisatie.
Primaire socialisatie
Secundaire socialisatie
Tertiaire socialisatie

Slide 7 - Drag question

Affectieve binding
A
Hierbij gaat het om de manieren waarop mensen van elkaar afhankelijk zijn om goederen (eten, spullen, etc.) te maken en te verdelen.
B
manieren waarop mensen afhankelijk zijn van elkaar omdat ze gevoelens hebben voor elkaar.
C
manieren waarop mensen van elkaar afhankelijk zijn om gezamenlijk dingen te regelen en afspraken te maken.
D
Dit zijn de manieren waarop mensen van elkaar leren. We hebben andere mensen nodig om kennis en vaardigheden van ze te leren.

Slide 8 - Quiz

Economische binding
A
Dit zijn de manieren waarop mensen van elkaar leren. We hebben andere mensen nodig om kennis en vaardigheden van ze te leren.
B
manieren waarop mensen afhankelijk zijn van elkaar omdat ze gevoelens hebben voor elkaar.
C
Hierbij gaat het om de manieren waarop mensen van elkaar afhankelijk zijn om goederen (eten, spullen, etc.)
D
manieren waarop mensen van elkaar afhankelijk zijn om gezamenlijk dingen te regelen en afspraken te maken.

Slide 9 - Quiz

Welke binding heb je met de kassière?
A
Economische binding
B
Cognitieve binding
C
Affectieve binding
D
Politieke binding

Slide 10 - Quiz

Welke binding heb je met je rijinstructeur?
A
Economische binding
B
Cognitieve binding
C
Affectieve binding
D
Politieke binding

Slide 11 - Quiz

Het volkslied zingen is een voorbeeld van binding op:
A
Micro niveau
B
Meso niveau
C
Macro niveau

Slide 12 - Quiz

Variabele:
A
Vorm die een beetje afwijkt
B
Kenmerk dat kan variëren
C
Maat voor de spreiding van waarden
D
Een groep die bepaalde kenmerken deelt

Slide 13 - Quiz

Wat zijn Indicatoren?
A
Zij maken variabelen meetbaar.
B
Zij zorgen ervoor dat je een variabele kunt onderzoeken
C
zij zijn nodig voor het operationaliseren.
D
A,B en C zijn juist

Slide 14 - Quiz

De relaties tussen variabelen geef je aan met
A
woorden
B
blokken
C
pijlen
D
kruisjes

Slide 15 - Quiz

Waar denk je aan bij 'Cultuur'

Slide 16 - Mind map