Het onderwerp

Wat is nou het onderwerp?
Hoe vind ik het onderwerp?
Het onderwerp
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat is nou het onderwerp?
Hoe vind ik het onderwerp?
Het onderwerp

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Indeling les 
- Uitleg via LessonUp 
- verwerkingsopdracht Junior Einstein 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Onderwerp
Het onderwerp geeft aan wie iets doet.
Ik zit op de stoel.
Wie zit op de stoel? --> ik 
                                                 ik = onderwerp


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

onderwerp:

Ik lust graag cake

A
lust
B
ik
C
cake
D
graag

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Het onderwerp
Jij snapt dit goed
A
Jij
B
snapt
C
dit
D
goed

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

persoonsvorm+ onderwerp 
persoonvorm ( vorige les) 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm?
Wat is een persoonsvorm?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

PERSOONSVORM


- De persoonsvorm is altijd een werkwoord



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 hele werkwoorden op!
geen gekke dingen

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een persoonsvorm?
Er zijn 2 manieren om de persoonsvorm te vinden:
  1. Maak een vraagzin
  2. Verander de tijd van de zin.

Hij drinkt 6 bier op de fiets 
Persoonsvorm= 
Onderwerp (wie/wat) = 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Sleep de persoonsvorm naar de juiste plek.
3.  De docent ................. een toets.
1. Hij ........ een brief.
2. Barcelona .......... van Ajax.
5. Hij ............... altijd op de fiets naar school.
4. Carlos ................. niet van pizza.
6. Hoe ....... die jongen??
geeft
schrijft
wint
houdt
komt
heet

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Die chick
wil
een relatie.

Slide 12 - Drag question

3 minuten
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Wie
heeft
jou
gisteren
geholpen?

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Ik
loop
naar
school.
persoonsvorm

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn broer
had
een auto
gekocht.

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

nu tegelijk
onderwerp ( wie/ wat?) 
persoonsvorm  ( eerste werkwoord in de zin) 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
Morgen
willen
mijn ouders
naar het strand

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
Mijn voetbal
is
gevallen
 in de sloot

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

De koning spreekt Chinees.
De koning
spreekt
Chinees
Onderwerp
persoonsvorm

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm en wat is het onderwerp?
Onze kat
vindt
verse vis het lekkerste.
Persoonsvorm
Onderwerp

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht 
Junior Einstein 
- Haal de persoonsvorm uit de zin 
- Wat is het onderwerp in de zin. 
 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions