Week 15 Donderdag 2A

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Donderdag 12 april

• Woensdag 18 april: repetitie hoofdstuk 4
• Vandaag: verder met leerdoelen afvinken en nakijken/lezen

Leerdoel 4.3 Woorden

• Ik kan herkennen en benoemen hoe een zelfstandig naamwoord is gevormd.
• suikerbrood, vrijheid, docente, ondernemer, voorletter

Leerdoelen 4.4 Grammatica

• Ik kan een vragend voornaamwoord in een zin herkennen en benoemen.
• Ik kan alle behandelde woordsoorten in een zin herkennen en benoemen.
• Zie Magister voor overzicht woordsoorten!
• LW, BN, ZN, WW, VZ, TW, PSV, BZV, AWV, VRV

Leerdoel 4.4 Grammatica

• Ik kan een vragend voornaamwoord in een zin herkennen en benoemen.

Wie?

                              Wat?           

                                                            Welk(e)?

                                                                                                   Wat voor (een)?

Leerdoelen 4.4 Grammatica

1. De treinen zijn om drie uur gaan rijden naar Utrecht.

2. Zijn zus was die dag in het Noord-Hollandse plaatsje Zwaag.

3. Wat heeft zij deze ochtend gedaan?

Leerdoelen 4.5 Spelling

• Ik kan het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord correct spellen.
• Ik kan het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord correct spellen.

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Wij bezochten gisteren de ..... stad.

1. verwoeste
2. verwoestte
3. verwoesten
4. verwoestende

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Het ..... kind pakte de ..... foto van tafel.

1. huilende - vergrote
2. huilende - vergrotende
3. huilende - vergroote
4. huilende - vergrootte

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

De oude man liep door het .... centrum.

1. verlate
2. verlaate
3. verlaten
4. verlatende

Leerdoel 4.5 Spelling

• Ik kan met behulp van de juiste tussenletters samenstellingen correct spellen.

Noteer de juiste samenstelling.
zon + bril

Noteer de juiste samenstelling.
pan + koek

Noteer de juiste samenstelling.
benzine + pomp

Noteer de juiste samenstelling.
lachen + bek

Noteer de juiste samenstelling.
keuze + vak

Leerdoel 4.5 Spelling

• Ik kan de dicteewoorden op blz. 158 correct spellen.

Welk woord is juist gespeld?

1. stadcentrum
2. stadscentrum

Welk woord is juist gespeld?

1. buschaufeur
2. buschauffeur
3. busschaufeur
4. busschauffeur

Welk woord is juist gespeld?

1. secondewijzer
2. secondeswijzer
3. secondenwijzer

Welk woord is juist gespeld?

1. bordevol
2. bordenvol
3. boordevol
4. boordenvol

Welk woord is juist gespeld?

1. liefdescène
2. liefdescéne
3. liefdesscéne
4. liefdesscène

Welk woord is juist gespeld?

1. zakroller
2. zakkeroller
3. zakkenroller

Welk woord is juist gespeld?

1. hondehok
2. hondenhok

Zelfstandig werken

• Wat?             Nakijken: alle gemaakte opdrachten hoofdstuk 4
• Hoe?             Zelfstandig. Zachtjes overleggen mag, muziek                                                            luisteren mag ook.
• Hulp?            Buurman of -vrouw, docent
• Tijd?               Tot 10.13 uur
• Resultaat?   Nakijken met rode pen, foute antwoorden verbeteren
• Klaar?             Lezen uit leesboek