Will / to be going to

Aims
At the end of this lesson:
- you can talk about the future
- you can correctly use 'to be going to'
- you can correctly use 'will' or 'shall'
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aims
At the end of this lesson:
- you can talk about the future
- you can correctly use 'to be going to'
- you can correctly use 'will' or 'shall'

Slide 1 - Slide

Future
Er zijn vier verschillende manieren om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren.
Wij gaan het hebben over twee manieren: 

Will (not) + hele ww
Am/are/is + (not) going to + hele ww

Slide 2 - Slide

Bij 'going to' moet je dus een vorm van to be gebruiken. Vul in wanneer je wat gebruikt: I/you/hesheit/we/they

Slide 3 - Open question

Vormen van to be
Dus om een vorm van 'going to' te gebruiken - moet je er een vorm van to be voor plakken.
I - am
You - are
He/she/it - is
We - are
They - are
Negatief = + not (am not/isn't/ are not)

Slide 4 - Slide

am/are/is + (not) going to + hele ww 
Je gebruikt deze toekomst vorm:
- Om aan te geven dat iemand in de toekomst iets (niet) van plan is, staat nog niet helemaal vast.
- Een voorspelling waarvoor je WEL bewijs hebt.
- Dingen waarover je zelf geen controle hebt (zoals het weer)

VB: ‘’I am going to visit my uncle next week.’’
‘’It’s not going to rain, just look at the sky.’’

Slide 5 - Slide

Will (not) + hele ww
- Om iets aan te bieden: ‘’I will get you some tea and a slice of cake’’.
- Bij beloftes: let op: I promise
- Wens
- Besluiten
- Als je een voorspelling doet waarvoor je GEEN bewijs hebt: ‘’Will Brody become a police officer?’’

Slide 6 - Slide

Belangrijk!
- Will kun je negatief maken door not toe te voegen. Je kunt dit alleen niet samenvoegen. 
Will negatief samenvoeging = won't!
- Vraagzinnen maak je door will/vorm van to be vooraan te zetten. Let op! Bij het onderwerp I/we gebruik je shall ipv will.

Slide 7 - Slide

Vraagzinnen
Vraagzinnen met will: 
- Will plaats je vooraan in de zin. Veranderd naar 'shall' wanneer ond een I/we is. 
VB: I will get you some coffee. Shall I get you some coffee?
Vraagzinnen met to be going to:
- Vorm van to be vooraan in de zin. Daarna onderwerp en dan going to. 
VB: It is going to rain. Is it going to rain?

Slide 8 - Slide

Wat is de juiste vraagzin?
She's going to fall off her bike.
A
Is going to she fall off her bike?
B
Does she going to fall off her bike?
C
Is she going to fall off her bike?
D
Do she going to fall off her bike?

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste vraagzin?
We will call you tomorrow
A
Shall we call you tomorrow?
B
Won't we call you tomorrow?
C
Will we call you tomorrow?
D
Do we will call you tomorrow?

Slide 10 - Quiz

Maak de zin negatief en voeg het werkwoord + negatief samen
I will be there on time
A
I will'nt be there on time
B
I won't be there on time
C
I will be'nt there on time
D
I'nt will be there on time

Slide 11 - Quiz

Maak de zin negatief en voeg het werkwoord + negatief samen
Haley is going to be an aunt
A
Haley is going'nt to be an aunt
B
Haley is going to be'nt an aunt
C
Haley isn't going to be an aunt
D
Haley is'nt going to be an aunt

Slide 12 - Quiz

Look at those dark clouds. It ......... rain

Slide 13 - Open question

...... (you) help me do the dishes?

Slide 14 - Open question

Samenvatting
Er zijn verschillende manieren om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren.
Will (not) + hele ww – iets aan bieden, beloftes, aankondigingen, besluiten en voorspellingen ZONDER bewijs.
Am/are/is + (not) going to + hele ww – iets van plan maar nog geen precies besluit (ex: next week), voorspellingen MET bewijs, dingen waar je geen controle over hebt (weer)

Slide 15 - Slide

Aims
At the end of this lesson:
- you can talk about the future
- you can correctly use 'to be going to'
- you can correctly use 'will' or 'shall'

Slide 16 - Slide

En, snap je alles?
A
Ja
B
Nee
C
Na extra oefenen wel

Slide 17 - Quiz