woe 12 en do 13 juni Voorbereiding Toets Lezen

woe 12 en do 13 juni Voorbereiding Toets Lezen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

woe 12 en do 13 juni Voorbereiding Toets Lezen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Cursus Lezen H.1 
oefentoets lezen: 
voorbereiding op toets
na di.11 juni: voorbereiden op leestoets

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welkom H2a! Start met lezen
Planning
Startopdracht
Herhalen cursus 1 
Gezamenlijke oefening
pauze
Zelfstandig oefenen 
Afsluiting
timer
10:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welkom H2b! Start met lezen
Planning
Startopdracht
Herhalen cursus 1
Gezamenlijke oefening
pauze
Zelfstandig oefenen
Afsluiting
timer
10:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Schrijf over: 
a @-teken
b antiroker
c ex-aanvoerder
d Frans-Duits
e intakegesprek
f niet-Nederlander
g sint-bernardshond
h vwo-diploma
Waarom? Leg koppelteken regels uit. 
timer
5:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Herhaling 1.2 en 1.3 Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekst bestaat uit zinnen en uit alinea's. 
De zinnen en alinea's hebben met elkaar te maken: ze houden VERBAND met elkaar. 

Aan een signaalwoord zie je met wélk VERBAND je te maken hebt. 
Signaalwoorden helpen je om de tekst beter te begrijpen. 

Leer de tekstverbanden met hun bijbehorende signaalwoorden:
>>> zie A4-blad <<<<<<

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Je kent 10 soorten verbanden:
  • Tegenstellend > zinnen geven elkaars tegenovergestelde aan
  • Chronologisch > als iets volgens een bepaalde tijdsvolgorde moet
  • Opsommend > zinnen die bij elkaar horen worden na elkaar genoemd
  • Toelichtend > zinnen geven extra informatie, uitleg of een voorbeeld  
  • Concluderend > zinnen trekken een conclusie
                   Elk VERBAND herken je aan zijn eigen signaalwoorden 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Je kent 10 soorten verbanden (vervolg)
  • Doel-middel: welk middel om doel te bereiken
  • Oorzakelijk: waardoor gebeurt er iets
  • Redengevend: waarom iemand iets doet of vindt
  • Samenvattend: verkorte weergave
  • Vergelijkend: laat overeenkomst of verschil zien
                   Elk VERBAND herken je aan zijn eigen signaalwoorden 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Oefenen: tekst fopwapens
Markeer of onderstreep de signaalwoorden
Kijk dan bij welk tekstverband ze horen. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Tussendoortje / pauze 
timer
5:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bespreken / nakijken
artikel fopwapens
timer
5:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Tussendoortje:

Maak de puzzel: wie woont waar?






Klaar? Maak opdracht 5 blz. 20

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting 
a [erachterlangs / er achter langs]
b [driesterren restaurant / driesterrenrestaurant]
c [eronderdoor / eronder door]
d [hogesnelheidstrein / hoge snelheidstrein]
e [hogerehotelschool / hogere hotelschool]
f [kamerplanten potgrond / kamerplantenpotgrond]
g [koffiedrinken / koffie drinken]
h [zes tien miljoen / zestien miljoen]
Huiswerk voor 18 juni:  SO Spelling § 2 t/m § 6 

Slide 14 - Slide

a [achterlangs / achter langs]
b [driesterren restaurant / driesterrenrestaurant]
c [eronderdoor / eronder door]
d [hogesnelheidstrein / hoge snelheidstrein]
e [hogerehotelschool / hogere hotelschool]
f [kamerplanten potgrond / kamerplantenpotgrond]
g [koffiedrinken / koffie drinken]
h [zestienmiljoen / zestien miljoen]

Zelfstandig oefenen 1.2/1.3
Opdracht 5 blz. 20

timer
10:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions