Taalcompleet A1 - Thema 6

Taalcompleet A1 - Thema 6
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Taalcompleet A1 - Thema 6

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn lidwoorden?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Schrijf het meervoud en het verkleinwoord van elk woord op. Let goed op welk lidwoord je moet gebruiken!
Voorbeeld: de stoel → de stoelen, het stoeltje

Woorden:
de plant - het huis - de boom - het boek - de tafel - het raam - de kat - het kind - de auto - het brood

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de woorden met de juiste lidwoorden:
stoel - stoeltje - boeken - boekje - ramen - huisje - fiets - fietsen - kopje - bomen

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Dictee

Slide 6 - Open question

This item has no instructions


Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Schrijf drie zinnen met het werkwoord 'willen'.

Slide 8 - Open question

6.10

Schrijf 3 zinnen met -aai, -ooi, -oei woorden

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Kies het juiste lidwoord:

___ kinderen
___ stoeltjes
___ huizen
___ bloemetje

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Maak twee zinnen met een meervoudsvorm én een verkleinwoord.
(let op het juiste lidwoord)

Slide 11 - Open question

This item has no instructions


Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Schrijf de tijden.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions


Slide 16 - Open question

6.15

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

1. half vier = c 15:30

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

1. half drie - 2:30 - 14:30
2. half vijf - ...... - ......
3.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions