This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
De industriële revolutie
Slide 1 - Slide
Vandaag:
1. In context plaatsen
2. twee gevolgen van de industriëlen revolutie
3.Ancien regime en de industriële revolutie
Slide 2 - Slide
KA 31
de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legt voor een industriële samenleving
Slide 3 - Slide
de 18e eeuw
De democratische revolutie
1700 - 1800 Tijd van pruiken en revoluties
1800 - 1900
Verlichting
FR. revolutie
Congres van Wenen
tijdvak 7
tijdvak 8
Slide 4 - Slide
Congres van Wenen
- Terug naar hoe het was (ancien regime)
'restauratie'
Slide 5 - Slide
De Franse revolutie was hoofdzakelijk een ........................ ontwikkeling
A
Culturele
B
Politieke
C
Economische
D
Sociale
Slide 6 - Quiz
Grote veranderingen in de 19e eeuw
Nieuwe landbouwtechnieken = meer landbouw opbrengst
Slide 7 - Slide
Leg de volgende logica uit:
Meer landbouwopbrengst = minder honger = minder doden = bevolkingsgroei
Slide 8 - Open question
Bevolkingsgroei begin 19e eeuw
- Sterfte cijfer zakt, geboorte cijfer niet.
- twee grote gevolgen van bevolkingsgroei
Op welke stand heeft deze ontwikkeling vooral invloed?
Slide 9 - Slide
Gevolgen bevolkingsgroei (1)
Meer mensen hebben meer spullen nodig --> stimuleert uitvindingen
Veel uitvindingen nog wel met de hand aangedreven
Slide 10 - Slide
Gevolgen bevolkingsgroei (2)
Hoe was het eerst geregeld ?
Huisnijverheid------->
Boeren maken in de winter producten (en dus wat extra geld)
Slide 11 - Slide
Gevolgen bevolkingsgroei (2)
- Machines eerst waterkracht (plaatsgebonden)
- Na James Watt Stoomkracht!
- Machines te groot voor huisnijverheid
- Ontstaan eerste fabrieken
Slide 12 - Slide
Urbanisatie
Urbanisatie:
1. Prijs eten omzet boeren
2. Geen geld meer voor huisnijverheid
2. minder boeren nodig door nieuwe landbouw uitvindingen
Ontstaan nieuwe sociale groep: De arbeider
Opkomst: Liverpool, Manchester, Leeds, Tilburg,
Eindhoven, Enschede
Slide 13 - Slide
Welke sociale invloed had de Industriële Revolutie ?
Ancien regime --->
Beantwoord de volgende twee
vragen
Slide 14 - Slide
Leg de volgende stelling uit:
'de 'Arbeider' is een nieuwe sociale groep die ontstaat binnen de derde stand'
Slide 15 - Open question
Een andere groep die ontstaat naar aanleiding van de Industriële revolutie zijn de rijke fabriekseigenaren. Uit welke stand komt deze nieuwe groep?
Leg je antwoord uit door te stellen in welke stand ze niet thuis horen.
Slide 16 - Open question
Twee nieuwe belangrijke sociale groepen
- Industriële revolutie = sociaal/economische ontwikkeling die onafhankelijk van de verlichting plaatsvind.
Ontstaan twee nieuwe sociale groepen:
Arbeiders en gegoede burgerij
Nog één laatste vraag!
Arbeiders
Gegoede burgerij
Slide 17 - Slide
Waarom doen de geestelijke en de Adel niet echt mee aan de Industriële Revolutie?
Slide 18 - Open question
Kijkje in de toekomst. De idealen van de verlichting waren gelijkheid en vrijheid. De nieuwe sociale groepen gaan allebei meer waarde hechten aan één van deze twee waarden welke groep hecht aan welke waarden en waarom ?
Slide 19 - Open question
Wat gaan we zien?
Nieuwe landbouw technieken = Industriële revolutie = Bevolkingsgroei